7.1

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Ga lekker zitten en doe je telefoon in de telefoontas

Wat gaan we vandaag doen?

Start H7 Krachten	5 min
Opdracht Wie is de sterktste?	15 min
Uitleg Effecten van krachten	10 min
Maken 7.1 opdracht 1 t/m 6	10 min
Uitleg Soorten krachten	10 min
Paragraaf 7.1 afmaken	10 min
(Opdrachten bespreken)	10 min

Wie is de sterkste?

Wie is de sterkste?

1. Zoek een tegenstander binnen je groep

2. Je gaat armpje drukken bij het startsein van de docent

3. Je geeft winnaar door aan de docent

4. Dan tegen winnaar van andere groep

5. De winnaars tegen elkaar --> Enz. 

Regels:

1. 1 arm gebruiken

2. Pas starten  bij startsein

3. Elleboog op de grond houden

4. Als iemand zegt stop dan stop je

Wie is de sterkste?

1. Zoek een tegenstander binnen je groep

2. Je gaat armpje drukken bij het startsein van de docent

3. Je geeft winnaar door aan de docent

4. Dan tegen winnaar van andere groep

5. De winnaars tegen elkaar --> Enz. 

Regels:

1. 1 arm gebruiken

2. Pas starten  bij startsein

3. Elleboog op de grond houden

4. Als iemand zegt stop dan stop je

7.1 Krachten herkennen

Lesdoelen

Je kunt:

• de drie effecten van een kracht herkennen;
  
• vier soorten krachten herkennen: spierkracht, veerkracht, zwaartekracht en wrijvingskracht.

Krachten herkennen

Krachten kan je niet zien, maar de gevolgen ervan wel. 

Drie effecten:

• de grootte van de snelheid verandert; 
• de richting van de snelheid verandert;
  
• de vorm van een voorwerp verandert.

Voorbeeld: 

Je docent geeft het startsein voor de 60 meter sprint en je gaat rennen.

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

Voorbeeld: 

Je docent geeft het startsein voor de 60 meter sprint en je gaat rennen.

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

Snelheid verandert

Voorbeeld: 

Een keeper stompt een bal terug in het veld.

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

Voorbeeld: 

Een keeper stompt een bal terug in het veld.

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

Verandert van richting

Voorbeeld: 

Je verfrommelt een stuk papier

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

Voorbeeld: 

Je verfrommelt een stuk papier

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

De vorm verandert

Voorbeeld: 

Een voetballer maakt een sliding

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

Voorbeeld: 

Een voetballer maakt een sliding

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

De snelheid neemt af

Aan de slag:

• Wat? Maak 7.1 opdracht 1 t/m 6
• Hoe? Binnen je groep
• Tijd? 10 min
• Klaar? Maak de rest van paragraaf 7.1 af

Hoe geven we krachten aan:

• Grootheid: Kracht
• Afkorting:  F

• Eenheid:     Newton
• Afkorting:   N

Soorten krachten

Spierkracht, F_spier

De kracht die je met je spieren uitoefent. 

> Bij voetballen geeft de spierkracht de bal een snelheid. 

> Een zeiler gebruikt zijn spierkracht om het zeil op te hijsen.

Veerkracht, F_v

De kracht die een gespannen veer of elastiek uitoefent. 

> Een katapult schiet een steentje weg door de veerkracht. 

Zwaartekracht, F_z

De kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. 

Door de zwaartekracht worden dingen naar de aarde toe getrokken.

Wrijvingskracht, F_w

De kracht die de omgeving op een bewegend voorwerp uitoefent. 

> Als je bij het fietsen stopt met trappen, dan kom je door de wrijvingskracht tot stilstand.

Aan de slag:

• Wat? Maak 7.1 helemaal af
• Hoe? Binnen je groep
• Tijd? 10 min
  
• Resultaat? Klassikaal bespreken en hw gemaakt
• Klaar? Haal een nakijkblad bij de docent