Fase 2, periode 2, les 5 accentwoorden-tremawoorden aaneenschrijven tussenklanken bezit-s STARTER

Fase 2 
accentwoorden - tremawoorden 
aaneenschrijven en tussenklanken 
bezit-s
starter
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Fase 2 
accentwoorden - tremawoorden 
aaneenschrijven en tussenklanken 
bezit-s
starter

Slide 1 - Diapositive

In deze les
  • Uitleg en oefeningen accentwoorden - tremawoorden 
  • Uitleg en oefeningen aaneenschrijven en tussenklanken 
  • Uitleg en oefeningen bezit-s
  • Actieve werkvorm bezit-s

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

trema meervoud
Klemtoon op de laatste klank? 
knie -> knieën
zee -> zeeën 

Klemtoon ergens anders? 
bacterie -> bacteriën
porie -> poriën 

Slide 4 - Diapositive

trema
Om aan te geven dat je de letter apart uitspreekt. 
België
officiële
kopiëren
reünie
coöperatie 
hygiëne 



Slide 5 - Diapositive

accent
  • Lang /
café, privé
  • Kort \
scène, crème, ampère
  • Klemtoon
Ik wil dát boek hebben!

Slide 6 - Diapositive

Welk woord is goed geschreven?
A
café
B
cafè
C
cafee
D
kavé

Slide 7 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
hygiëne
B
hygïene
C
hygienë
D
hygiene

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
scéne
B
scêne
C
scene
D
scène

Slide 9 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
creme fraiche
B
crème fraiche
C
crème fraïche
D
crème fraîche

Slide 10 - Quiz

aaneenschrijven
  • samenstellingen:
oplaadkabel, badkamerdeur, driesterrenrestaurant
  • woorden met er-, hier-, daar- en waar- + een voorzetsel:
ermee, hiervan, daarop, waarmee
  • werkwoorden die beginnen met voorzetsels:
tegenkomen, aantrekken, oplossen
tegengekomen, aangetrokken, opgelost

Slide 11 - Diapositive

koppelteken
  • na de voorvoegsels niet-, non-, oud-, ex-:
niet-drinkers, non-alcoholisch, oud-Ajacied, ex-echtgenoot
  • uitspraak anders onduidelijk: 
auto-ongeluk, lente-ui, gala-avond, zee-egel
  • deel van de samenstelling bestaat uit naam, letters, cijfers of tekens: 
het kabinet-Rutte, de mbo-student, 32-urige werkweek, A4-papier, 
het #-teken

Slide 12 - Diapositive

koppelteken
  • in samengestelde aardrijkskundige namen en afleidingen daarvan: 
Midden-Oosten, Latijns-Amerika, West-Europese
  • in vaste combinaties:
kant-en-klaarmaaltijd, doe-het-zelfzaak
Je kunt me het heen-en-weer krijgen!

Slide 13 - Diapositive

foto onderschrift

Slide 14 - Carte mentale

top 50 liedje

Slide 15 - Carte mentale

goed
fout
radioactief
drieeenheid
alineaindeling
xtc-pil
zondagrust
radio-interview

Slide 16 - Question de remorquage

A 4 formaat

Slide 17 - Carte mentale

zwangerschap verlof

Slide 18 - Carte mentale

Welk woord is NIET goed geschreven?
A
ivf-behandeling
B
babyartikel
C
bloemenvaas
D
vakantieeiland

Slide 19 - Quiz

Welk woord is GOED geschreven?
A
dodoexpert
B
rijontzegging
C
A4formaat
D
ultra-orthodox

Slide 20 - Quiz

goed
fout
politieauto
slaemmer
maximumsnelheid
groentenschotel
binnenzak
vakantie-oord

Slide 21 - Question de remorquage

bezits-s 
  • 's na een a, o, i, u, y 
Danny's auto, Otto's jas, Ferdi's fiets, Anna's laptop

  • 's na een afkorting, initiaal of cijfer
ABN's rente, M's rol, Willem II's overwinning, R2D2's geluiden


Slide 22 - Diapositive

bezits-s 
  • geen extra s maar wel een '
Bas' fiets, Max' vriendin, Niels' motor, Jonas' hond

  • geen ' maar wel een s
Sannes huis, Jeroens vriend, Brams hulp
Milous kamer, Leonies gitaar


Slide 23 - Diapositive

De jas van Anna.
A
Anna's jas
B
Annas jas
C
Annas' jas

Slide 24 - Quiz

De fiets van Jos.
A
Jos' fiets
B
Jos's fiets
C
Jos fiets

Slide 25 - Quiz

De hond van Kim.
A
Kim's hond
B
Kims' hond
C
Kims hond

Slide 26 - Quiz

De rente van ABN.
A
ABNs rente
B
ABN's rente
C
ABNs' rente

Slide 27 - Quiz

goed
fout
Onno's jas
Sanne's kind
Debbys hond
Kims neus
Max' verjaardag

Slide 28 - Question de remorquage

goed
fout
Jelmers tas
Anna's vriend
Bas's scooter
Ellen's foto
Niels' moeder

Slide 29 - Question de remorquage

actieve werkvorm
In tweetallen
Zoek de goed geschreven bezit-s woorden. 
Leg ze apart en tel de cijfers op de achterkant bij elkaar op. 

Klaar? Laat het getal op je telefoon zien aan mij. 
Goed? Top! Maak weer een stapel van de kaartjes en lever in. 
Fout? Wat klopt er niet? Bekijk de woorden nog een keer. 


Slide 30 - Diapositive

StartTaal les 5
Taalverzorging | Spelling | Accentwoorden - tremawoorden
oefening 1, 2

Taalverzorging | Spelling | Aaneenschrijven en tussenklanken
oefening 1, 2

Taalverzorging | Spelling | Bezit-s
oefening 1, 2

Slide 31 - Diapositive