proefwerk 2 VWO 2 (Na Klar!)




proefwerk 2 VWO 2
die Grammatik von Kapitel 2
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon




proefwerk 2 VWO 2
die Grammatik von Kapitel 2

Slide 1 - Diapositive

 tegenwoordige tijd en tegenwoordige tijd van werkwoorden met stam op d/t

Slide 2 - Diapositive

ich arbeite
du arbeitest
sie arbeitet
wir arbeiten
ihr arbeitet
ik werk
jij werkt
zij werkt 
jullie werken
wij werken

Slide 3 - Question de remorquage

schrijf de voltooide tijd op van
arbeiten

Slide 4 - Question ouverte

schrijf het voltooid deelwoord op van
wohnen

Slide 5 - Question ouverte

typ het voltooid deelwoord van
warten

Slide 6 - Question ouverte

schrijf de voltooide tijd op van
machen

Slide 7 - Question ouverte

schrijf de voltooide tijd op van
haben

Slide 8 - Question ouverte

schrijf de voltooide tijd op van
sein

Slide 9 - Question ouverte

telwoorden t/m 1000

Slide 10 - Diapositive

schrijf voluit
10

Slide 11 - Question ouverte

schrijf voluit
20

Slide 12 - Question ouverte

schrijf voluit
50

Slide 13 - Question ouverte

schrijf voluit
60

Slide 14 - Question ouverte

schrijf voluit
70

Slide 15 - Question ouverte

schrijf voluit
1748

Slide 16 - Question ouverte

welk geslacht heeft
Hengst
A
mannelijk/der
B
onzijdig/das
C
vrouwelijk/die
D
meervoud/die

Slide 17 - Quiz

welk geslacht heeft
Umgebung
A
mannelijk/der
B
onzijdig/das
C
vrouwelijk/die
D
meervoud/die

Slide 18 - Quiz

welk geslacht heeft
Blume
A
mannelijk/der
B
onzijdig/das
C
vrouwelijk/die
D
meervoud/die

Slide 19 - Quiz

welk geslacht heeft
Mädchen
A
mannelijk/der
B
onzijdig/das
C
vrouwelijk/die
D
meervoud/die

Slide 20 - Quiz

welk geslacht heeft
Übungen
A
mannelijk/der
B
onzijdig/das
C
vrouwelijk/die
D
meervoud/die

Slide 21 - Quiz

die Modalverben

Slide 22 - Diapositive

mogen
kunnen
moeten
houden van
willen
dürfen
mögen
können
müssen
wollen

Slide 23 - Question de remorquage

du weißt
wir wissen
ihr wisst
er weiß
sie wissen
ich weiß
ik weet
jij weet
jullie weten
hij weet
wij weten
zij weten

Slide 24 - Question de remorquage

möchtest
möchten
möchtet
möchte
möchte
möchten
wir
ihr
er
du
ich
sie

Slide 25 - Question de remorquage

het persoonlijk voornaamwoord 

Slide 26 - Diapositive

der Opa kun je vervangen door
A
er
B
sie
C
es

Slide 27 - Quiz

die Hose kun je vervangen door
A
er
B
es
C
sie

Slide 28 - Quiz

das Kleid kun je vervangen door
A
er
B
es
C
sie

Slide 29 - Quiz

die Kinder kun je vervangen door
A
er
B
es
C
sie

Slide 30 - Quiz

het bezittelijk voornaamwoord
komt niet op het proefwerk!

Slide 31 - Diapositive

deine
ihr(e)
meine
Ihr(e)
sein(e)
euer/eure
sein(e)
unser(e)
ihr(e)
du
ihr
Sie (u)
ich
wir
sie (mv)
es
sie (ev)
er

Slide 32 - Question de remorquage