levende tuin inleiding

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GroenMiddelbare schoolvmbo k

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

 Waar denken jullie aan bij "de levende tuin"
    
DE LEVENDE TUIN

Slide 2 - Carte mentale

Wat is de levende tuin?
  • Concept ontworpen voor maatschappijke thema's met betrekking tot duurzame ontwikkeling.
  • Klimaatverandering, stijgende temperatuur, wateroverlast en grote hoeveelheden CO2 en fijnstof in de lucht. 

Slide 3 - Diapositive

De levende tuin
  • Mens:                         Beleving, esthetisch, geluid, gezondheid,                                            jeugd, voedsel. 
  • Natuur en milieu: Biodiversiteit, bodemkwaliteit,                                                                  broeikaseffect, klimaat, luchtkwaliteit,                                                  waterbeheer. 
  • Economie:               Energie en woningwaarde 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Belang
  • Kennis van de meerwaarde    en uitdragen. 
  • Gebruiken van vakkennis        als verbinding. 
  • Koppelen aan lokaal beleid    - subsidies. 

Slide 6 - Diapositive

De 5 pijlers

Slide 7 - Diapositive




B = Bodem

De bodem is de basis van elke levende tuin. Bacteriën, schimmels, insecten en regenwormen in de grond zorgen dat de voedingsstoffen binnen het bereik van de planten komen. Ze zijn essentieel voor gezonde en vitale planten en bloemen.  

1. Zorg voor een levende bodem.
2. Leg zo min mogelijk stenen neer.
3. Gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen.
4. Beperk grond- en graafwerkzaamheden.
5. Kies voor vlinderbloemigen.

Slide 8 - Diapositive




V = Voedsel

Door dicht bij huis voedsel en kruiden te produceren, worden we ons weer bewust van de herkomst. Je eigen eten kweken kan in je levende tuin, op het dak, gevel of balkon. Bovendien is een levende tuin ook een essentiële voedingsbron voor dieren, egels, vogels, vlinders, bijen en andere insecten.  

1. Eet groenten en fruit uit eigen tuin
2. Maak gebruik van natuurlijke combinaties.
3. Kruiden hebben grote sierwaarde
4. Kies groen waar dieren van kunnen eten  

Slide 9 - Diapositive




D = Dieren

Dieren  Zonder dieren geen levende tuin. In ons land is steeds minder ruimte voor vogels, vlinders en insecten. Veel bijen-, vlinder- en libellensoorten worden bedreigd met uitsterven. Een beetje groen in elke tuin is genoeg om ze te redden. 

1. Kies groen waar dieren van kunnen eten.
2. En groen dat bescherming biedt.
3. Jaag slakken niet weg.
4. Wespen tegen de muggen.
  

Slide 10 - Diapositive




W = Water

Benut het water ten gunste van de natuur en jezelf. Water in de tuin zorgt voor vogels, libellen en vlinders. Bovendien geeft het water een rustgevend gevoel en verdringt het hinderlijke achtergrondgeluiden. Vijvers zorgen ook voor verkoeling op warme dagen. Veel planten en dieren zijn afhankelijk van schoon water en vinden hun woonplaats in de vijver.  

1. Geef water de ruimte.
2. Vang regenwater op.
3. Zorg voor een geleidelijke overgang.

Slide 11 - Diapositive



E = Energie

Omdat planten water verdampen, verkoelen ze de omgeving. Alle levende tuinen in een buurt verkoelen de omgeving tot wel twee kilometer afstand. Groen is dus een perfect middel om de stijgende temperaturen een halt toe te roepen. Als je groen bovendien slim plant, kun je er ook energie - en dus geld - mee besparen. 

1. Bespaar geld door slimme beplanting.
2. Plant een boom.
3. Zorg voor groen op het dak.
4. Gebruik je eigen spierkracht.
5. Kies voor LED-verlichting.

Slide 12 - Diapositive



Slide 13 - Diapositive

Welke boom verwijdert de meeste luchtverontreiniging?
A
Grove den
B
Kamperfoelie
C
Beuk

Slide 14 - Quiz

de beuk


Luchtverontreiniging omvat vele componenten. De belangrijkste zijn: fijnstof, stikstofoxiden en ozon. In de bijlage is een tabel met effectiviteit. Grove den verwijdert de meeste fijnstof, maar dit is slechts een component. De beuk komt er het beste uit als de verschillende componenten opgeteld worden. 

Slide 15 - Diapositive

Welke van deze planten zuiveren geen water?
A
Gele lis
B
Waterweegbree
C
Gazon of gras

Slide 16 - Quiz

gazon of gras

In principe zal ook gras net als elke andere plantensoort een zekere hoeveelheid verontreiniging uit water kunnen verwijderen. Gras in het gazon is echter geen water-of moerasplant en zal om die reden ook niet worden toegepast in helofytenfilters. 

Slide 17 - Diapositive

Welke van deze planten zijn niet goed om vogels naar de tuin te trekken?
A
liguster
B
Japanse kers
C
meidoorn

Slide 18 - Quiz

Lijst vogelvriendelijke beplanting

Slide 19 - Diapositive

Welke tuin voert de minste regen af richting het riool
A
de verharde tuin
B
de levende tuin
C
de half verharde tuin

Slide 20 - Quiz



Slide 21 - Diapositive

Welk dak voert de minste regen af richting het riool?
A
groendak
B
pannendak
C
bitumendag

Slide 22 - Quiz


Een groendak verwerkt minimaal 50% van het hemelwater en dus de afstroom door de regenpijp met 50% vermindert. 

Slide 23 - Diapositive

Welke van deze planten zijn niet eetbaar?
A
Geraniums
B
Klaproos
C
Narcis

Slide 24 - Quiz

Lijst eetbare planten

Slide 25 - Diapositive

Welke van deze omheiningen is het beste tegen de criminaliteit?
A
Schutting
B
Muur
C
Meidoornhaag

Slide 26 - Quiz

Wijken met groen hebben gemiddeld 42% minder criminaliteit.  

Slide 27 - Diapositive

Welke van deze planten zijn niet goed om vlinders naar de tuin te trekken?
A
Vergeet mij nietje
B
Tabaksplant
C
Pinksterbloem

Slide 28 - Quiz

Lijst planten voor vlinders

Slide 29 - Diapositive

Wat kan niet op de composthoop?
A
Bagger uit de sloot
B
Snoeihout
C
Gras maaisel

Slide 30 - Quiz



Slide 31 - Diapositive

Opdracht
Neem 3 foto's mee van van verschillende tuinen. 
Beoordeel 1 foto met het label van de levende tuin. 


Slide 32 - Diapositive

Opmerkingen/vragen

Slide 33 - Question ouverte