3 TL 19-5-2020

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Dinsdag 19 mei

Nederlands
wiskunde
aardrijkskunde
gym

(maatschappijleer bespreken van gister)

Nederlands

Herhaling H5 woordenschat

DOEL

- je kunt verschillende taalmiddelen herkennen en begrijpen

- je kent het taalmiddel overdrijving (hyperbool)

- je kent het taalmidddel understatement

Understatement

Overdijving (hyperbool)

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Gerard gaat dood van de honger.

1. ja
2. nee

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Die jongens hebben een glaasje te veel op.

1. ja
2. nee

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Jouw zusje is aan de stevige kant.

1. ja
2. nee

Bevat de volgende zin een overdrijving?

De deeltoets van H5 barst van de fouten.

1. ja
2. nee

STIJLFIGUREN

gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.
 

Het zijn taalmiddelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.

Overdrijving (hyperbool)

Minke schreef met koeienletters.

Minke schreef heel groot.

Understatement

Je gebruikt mooie woorden om iets minder erg te maken. 

Je bent een paar pondjes aangekomen.

OEFENING

In de volgende slides staan zinnen waarin woorden zijn onderstreept.

 

Noteer wat er met de onderstreepte woorden bedoeld wordt.

Fouten maken mag,

verbeter deze wel!

'Moet ik jullie nu voor de honderdste keer het werkwoordelijk gezegde uitleggen?' vroeg de juf.
(de honderdste keer)

____________________

'Het kon beter', zei de leraar toen hij het proefwerk teruggaf waarop een cijfer 1 prijkte.
(het kon beter)

_______________

Ik heb vannacht geen oog dichtgedaan vanwege dat proefwerk voor maatschappijkunde.
(geen oog dichtgedaan)

________________________

In deze tekst staan een aantal overdrijvingen. Noem twee overdrijvingen uit alinea 1 en 2.

Welk understatement staat in alinea 4?

Wat betekent columns in alinea 1?

1. opname van vocht
2. voorwerp
3. vaste rubriek in een krant of tijdschrift met een persoonlijk karakter
4. wat je kunt zien en aanraken

Wat betekent item in alinea 2?

1. lieten zich overhalen
2. voorwerp
3. betovering, verrukking
4. wat je kunt zien en aanraken

Wat betekent overstag gaan in alinea 2?

1. lieten zich overhalen
2. te prijzen
3. gelijkmakende
4. mij lijkt het waarschijnlijk dat

Wat betekent om de lof te zingen in alinea 3?

1. eenvoudige kamer
2. te prijzen
3. gelijkmakende
4. mij lijkt het waarschijnlijk dat

In welke zinnen staat geen overdrijving? Noteer alleen de nummers.

Neem zin 1 over en voeg een overdrijving toe.

Maak van de overdrijving in zin 5 een understatement.

Wat betekent de uitdrukking:
valt met de deur in huis.

1. heeft aan het geheel bijgedragen
2. heeft iets te vertellen
3. haar uiterste best gedaan
4. begint onmiddellijk over het onderwerp te praten

Wat betekent de uitdrukking:
het onderspit delven.

1. aan een zware klus beginnen
2. begrijpen er niets van
3. hun uiterste best doen
4. verliest het

DOEL

- je kunt verschillende taalmiddelen herkennen en begrijpen

- je kent het taalmiddel overdrijving (hyperbool)

- je kent het taalmidddel understatement

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Wiskunde

Vandaag moet je hoofdstuk 8 paragraaf 1 en 2 af hebben.

Je gaat verder met paragraaf 3 en 4.

Je moet dit af hebben voor vrijdag.

Aardrijkskunde

Vandaag moet je van hoofdstuk 2 grenzen en identiteit paragraaf 1 en 2 af hebben. Je gaat verder met paragraaf 3.

GYM

Geen opdracht deze week!

Maatschappijleer

• H7 paragraaf 1 opdracht: 1, 2, 4, 6, 7, 10 en 12 nakijken
• Uitleg paragraaf 2 en 3

huiswerk voor maandag 25 mei H7 paragraaf 2 + 3 
Je maakt van paragraaf 2 opdracht: 1, 2, 3, 4, 5, 10 en 12. 

Je maakt van paragraaf 3 opdracht: 1, 3, 4, 6 en 9.