DISK taak 3 thema 8

• NT2
• ISK

DISK taak 3 thema 8

DISK thema 8

Wat oefen je?

Je houdt een betoog en maakt reclame.

Je tekent een robot; je beschrijft de tekening.

Je geeft instructies.

Je zoekt informatie en maakt een presentatie.

Je schrijft een verhaal over de toekomst.

DISK thema 8

Doel van de les:

Aan het einde van de les kun je 10 instructies opschrijven voor jouw zelfbedachte robot.

Huiswerk bespreken

opdracht 4 t/m 8

Doel van de les

Je kunt instructies geven in de gebiedende wijs.

Wat gaan jullie doen?

- Nieuwe woorden

- Oefenen met de gebiedende wijs.

- Zelf zinnen in de gebiedende wijs schrijven.

- Instructies schrijven.

- Instructies aan elkaar geven.

Type hier een titel

⬅️🚶Linksaf

Ga linksaf bij de supermarkt.

🔺 Woorddriehoek:

• Gaan
• Weg
• Links

Type hier een titel

➡️🚶Rechtsaf 

Ga rechtsaf bij het stoplicht.

🔺 Woorddriehoek:

• Gaan
  
• Weg
  
• Rechts

Type hier een titel

⬆️ Omhoog

De vogel vliegt omhoog in de lucht.

🔺 Woorddriehoek:

• Boven
• Lucht
• Stijgen

Type hier een titel

⬇️ Omlaag

De bal rolt omlaag van de trap.

🔺 Woorddriehoek:

• Beneden
• Vallen
• Dalen

Type hier een titel

🚶‍♂️ Door

We lopen door het park.

🔺 Woorddriehoek:

• Niet stoppen
• Langs
• Via

Type hier een titel

 😴Moe 

Ik ben moe en ga slapen.

🔺 Woorddriehoek:

• Slapen
• Rust
• Geen energie 

Type hier een titel

📍 Vanaf

De bus vertrekt vanaf het station.

🔺 Woorddriehoek:

• Start
• Begin
• Plaats

Type hier een titel

👩‍⚕️De arts

• De arts gaf me advies over hoe ik mijn gezondheid kon verbeteren.

🔺 Woorddriehoek:

• Dokter
• Gezondheid
• Behandeling

Type hier een titel

Dalen

De temperatuur zal de komende nacht dalen.

🔺 Woorddriehoek:

• omlaag
• minder
• Koud

Type hier een titel

Onthouden

Je moet de woorden goed onthouden.

🔺 Woorddriehoek:

• Niet vergeten
• Weten
• Hersenen

Type hier een titel

De operatie🏥

Na de operatie moest hij een paar dagen in het ziekenhuis blijven.

🔺 Woorddriehoek:

• Ziekenhuis
• Dokter
• Arts

Type hier een titel

Wisselen

🔺 Woorddriehoek:

• 
  

Maak de zin kloppend:
elke- de kinderen - naar - dag - school- lopen-.

Gebiedende wijs

Loop rechtdoor.

Ga linksaf / rechtsaf.

Sta stil.

Doe de deur open.

Doe je arm omhoog.

Pak je pen.

Ga naar huis.

• Wat valt op aan deze zinnen?
• Welke woordsoort staat vooraan?
• In welke vorm staat het werkwoord?

De gebiedende wijs

Gebruik je als je instructies geeft.

Wanneer je zegt wat iemand moet doen.

Wanneer je een waarschuwing geeft.

Loopt nu naar school!

1. Goed
2. Niet goed

Ga nu naar huis.

1. Goed
2. Niet goed

Pak je pen van de grond.

1. Goed
2. Niet goed

Zetten de oven aan.

1. Goed
2. Niet goed

Maak een zin in de gebiedende wijs:
De leerlingen moeten hun spullen opruimen.

Maak een zin in de gebiedende wijs:
Je moet morgen naar school gaan.

Aan het werk

Opdracht 1:

Maak instructies met deze woorden.

Denk om de hoofdletters en punten.

Aan het werk

Opdracht 2:

Bedenk 10 instructies voor je eigen robot. 

Je schrijft 10 instructies. Schrijf ze op deze manier:

1. ______________________
2. ______________________
3. ______________________
4. ______________________
5. ______________________
6. ______________________
7. ______________________
8. ______________________
9. ______________________
10. ______________________

Opdracht

Wat moet je doen?	Opdracht 1 en 2 in DISK taak 3
Hoe moet je dat doen?	10 instructies in de gebiedende wijs schrijven.
Hoeveel tijd heb ik?	Tot de laatste 10 minuten van de les.
Wat moet je doen als klaar bent?	Laat de opdracht aan mij zien. Verder met de woordenlijst.
Wat is de uitkomst van deze les?	Je hebt opdracht 1 en 2 helemaal klaar en je hebt ze goed gemaakt.

Elkaar instructies geven

Ik noem een naam.

Kies 1 van de instructies die je hebt geschreven.

Geef deze instructie aan de klas.

De klas voert de instructie uit.

De instructie 

de woorden waarmee je vertelt hoe iemand iets kan of moet doen.

De juf geeft instructie aan de leerlingen.

modern

Van deze tijd

In een zin:

Ik heb een moderne auto.

Deze kledingstijl is modern.

Het onderwerp

waarover het gaat

In een zin:

Het onderwerp van mijn spreekbeurt is Italië.

Het onderwerp van dit boek is liefde.

De ruimtereis

Een reis naar een gebied buiten de aarde.

In een zin:

De raket gaat een ruimtereis maken.

Elon Musk maakt een ruimtereis.

De inhoud

Alles wat in iets zit.

De inhoud van deze beker is paars

Onderweg

Tijdens de reis

Ik ben onderweg naar huis.

De voorstelling

Hoe iets er in jouw hoofd uitziet. 

werkwoord: voorstellen

Ik stel mij voor dat het huis heel mooi is.