week 32 afronding formuleren

week 32 afronding formuleren
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

week 32 afronding formuleren

Slide 1 - Diapositive

Welkom th1b!
Ga lekker zitten en ga lezen in je leesboek. 
 
Je laptop blijft nog in je tas. 
Je zit volgens de plattegrond.










maandag 30 september 2024
maandag 7 april 2025

Slide 2 - Diapositive

Lezen in je leesboek
Je leest 10 minuten in stilte.

Na afloop kun je een vraag krijgen over wat je gelezen hebt. 
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Aan het einde van deze les:
  • Weet je wat volledige zinnen zijn, de- en het-woorden, verwijswoorden en kun je de trappen van vergelijking gebruiken in combinatie met als of dan.

woensdag 9 april s.o. - telt 1 x



Planning van deze les :
  • lezen in je leesboek -  10 min
  • Video 'blikje' bekijken en formuleerfouten noteren
  • oefentoetsen maken op je laptop


Slide 4 - Diapositive

Video 'blikje' 
In de video die je zo ziet, worden formuleerfouten gemaakt. Schrijf op de memo welke fouten je hoort en houd deze omhoog. Deze fouten hoor je meerdere keren in de video.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

§4 Trappen van vergelijking
Wat zijn de drie trappen van vergelijking?
  • De stellende trap - dik, lief.
  • De vergrotende trap - dikker, liever. Die eindigt op -er.
      Een woord dat op -r eindigt, krijgt -der : duurder
  • De overtreffende trap - dikst(e), liefst(e). Die eindigt op -st(e)
      Een woord dat al eindigt op -st of -sch krijgt het woord meest ervoor, anders is de uitspraak lastig: enthousiast- meest enthousiast, fantastisch - meest fantastisch

Slide 7 - Diapositive

§4 Trappen van vergelijking
Hoeveel zinnen zijn er fout geformuleerd?
  • Jij bent beter in wiskunde als ik.
  • Je wordt beter als je veel oefent.
  • Mijn broertje is een paar levels verder bij zijn spel als jij.
  • Deze tulpen vind ik net zo mooi als die narcissen.
  • Tijdens het atletiektoernooi sprong Sietse verder dan Kees.
  • Mijn boek was leuker als jouw boek.

Slide 8 - Diapositive

§4 Trappen van vergelijking
Na de trappen van vergelijking: als of dan?
  • Mijn buurjongen is net zo groot als ik (als na stellende trap)
  • Een gorilla is veel sterker dan een mens (dan na een vergrotende trap)

Welk woord er na als of dan komt, hoor je als je de zin aanvult met de pv:
 - Femke is even oud als ik (ben).
- Ricardo kan sneller lopen dan ik (kan) met mijn zere knie.
- Hester vindt jou aardiger dan (ze) mij (vindt).


Slide 9 - Diapositive

Zelf aan de slag
WAT?           Maak de oefentoetsen van cursus 6 Formuleren, alle paragrafen
HOE             op je laptop, cursus 6 Formuleren -> oefentoetsen (rechts in scherm)                                
HULP?         Lees de theorie (blz. 218,220, 22, 224 of online) en bekijk je aantekeningen. 
TIJD              15 minuten. 
KLAAR?       Maak opdrachten §1 t/m 4 opnieuw indien opengezet.
           



timer
13:00

Slide 10 - Diapositive

Na de meivakantie: boekpresentatie
Je maakt een presentie over het boek dat je leest.
De instructie krijg je op papier en in Teams, deze nemen we nu door.
Je krijgt de komende weken in de lessen tijd om aan je presentatie te werken.

Slide 11 - Diapositive

Evaluatie
  • Weet je wat volledige zinnen zijn, de- en het-woorden, verwijswoorden en kun je de trappen van vergelijking gebruiken in combinatie met als of dan.

Volgende les woensdag 9 april:
  • s.o. cursus 6 Formuleren
 

Slide 12 - Diapositive

Welkom th1b!
Schuif de tafels al uit elkaar. 
Leg een pen en je leesboek op je tafel klaar. 
 
Je laptop blijft deze les in je tas. 
Je zit volgens de plattegrond.










maandag 30 september 2024
woensdag 9 april 2025

Slide 13 - Diapositive

Aan het einde van deze les:
  • Weet je wat volledige zinnen zijn, de- en het-woorden, verwijswoorden en kun je de trappen van vergelijking gebruiken in combinatie met als of dan.

woensdag 9 april s.o. - telt 1 x



Planning van deze les :
  • lezen in je leesboek -  10 min
  • Video 'blikje' bekijken en formuleerfouten noteren
  • oefentoetsen maken op je laptop


Slide 14 - Diapositive

Toelichting toetsvragen s.o.
  • 13 vragen
  • Je mag op de toets schrijven. 
  • Lees eerst goed de toetsvraag en wat je precies moet doen voordat je het invult.





Slide 15 - Diapositive

s.o. maken
WAT?            Je maakt het s.o. over werkwoordspelling

HOE?
            Antwoorden invullen op je antwoordblad. 
                        Niet op je toets schrijven!
                        Geen vragen over de toets.
TIJD               Tot einde les. 
KLAAR?        Ga lezen in je leesboek. Geen laptops!
                         



KLAAR?           


timer
35:00

Slide 16 - Diapositive

Volgende les - donderdag 20 maart
  • Neem je leerwerkboek, schrift en leesboek mee
  • We gaan starten met ?



Slide 17 - Diapositive