bloedgroepen

Nakijken
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nakijken

Slide 1 - Diapositive

bloed

Er bestaan 4 verschillende bloedgroepen:

A, B, AB, O


Ze verschillen omdat ze verschillende antigenen (bij bloed: bloedfactor) aan de buitenkant hebben van hun cellen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

antistoffen

Voor iemand met bloedgroep A zijn de antigenen van bloedgroep B lichaamsvreemde stoffen. Hier maakt degene met bloedgroep A antistoffen voor.


Er bestaat dus anti-A en anti-B

Slide 4 - Diapositive

bloedgroepen

bloedgroep A - anti-B

bloedgroep B - anti-A

bloedgroep AB - geen antistoffen

bloedgroep O - anti-A & anti-B


krijg je het vekeerde bloed bij een bloedtransfusie dan klontert het bloed samen, de patiënt kan dan doodgaan.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

resusfactor

naast de bloedfactor (antigenen) kan ook de resusfactor voorkomen op de rode bloedcellen.

Je hebt ze (resuspositief, Rh+), of je hebt ze niet(resusnegatief, Rh-)

Ongeveer 85% van de mensen is resuspositief.

Iemand die resusnegatief is kan geen bloed ontvangen van iemand die resuspositief is.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

resusbaby

Als een resusnegatieve moeder zwanger is van een resuspositief kind kunnen er problemen ontstaan. Het bloed van het kind zou in aanraking kunnen komen met het bloed van de moeder bij de bevalling.

De moeder maakt dan aan antistof tegen resuspositief bloed. Deze antistoffen kan zij doorgeven aan een volgend kind tijdens de zwangerschap.

Slide 9 - Diapositive

Als dat kind ook resuspositief is dan krijgt hij antistoffen binnen tegen zichzelf.

Om dit te voorkomen krijgt de moeder een serum van antistoffen, dan maakt ze deze zelf niet aan en dan zijn die antistoffen na een jaar weer weg. Dan kan ze weer zwanger worden.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Maak
30 t/m 38

Slide 12 - Diapositive