Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
4.2 Zouten in water
Slide 1 - Diapositive
Wat is de verhoudingsformule van IJzer(II)chloride
A
FeCl
B
FeCl2
C
FeCl3
D
Fe2Cl
Slide 2 - Quiz
Geef de verhoudingsformule van kaliumoxide
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Lossen dan alle zouten op in water?
Nee, als de ionbinding te sterk is, komen de ionen niet los uit het ionrooster. In Science data tabel 8.4d (blz 106) vind je een tabel met de oplosbaarheid van zouten in water: de oplosbaarheidstabel.
Slide 6 - Diapositive
Noteer de reactievergelijking voor het oplossen van NaOH
Slide 7 - Question ouverte
Noteer de indampvergelijking van en
Mg2+(aq)
OH−(aq)
Slide 8 - Question ouverte
Wat gebeurt er als je 2 zout-oplossingen bij elkaar voegt?
Je krijgt dan 4 ionen in een oplossing. Je moet dan controleren of er een neerslag kan ontstaan met een minioplosbaarheidstabel en SD 106
Slide 9 - Diapositive
Geef de neerslag vergelijking voor het samenvoegen van zilvernitraat- en kaliumchloride-oplossingen
Slide 10 - Question ouverte
Aan een oplossing van bariumnitraat voeg je een oplossing van natriumjodide toe. Ontstaat er een neerslag? Leg je antwoord uit.
Slide 11 - Question ouverte
Je hebt twee oplossingen, koper(II)bromide en natriumhydroxide. Deze doe je bij elkaar. Onstaat er een neerslag? Zo ja, noteer de neerslagreactie.
Slide 12 - Question ouverte
Je hebt twee oplossingen, kaliumchloride en ammoniumnitraat. Deze doe je bij elkaar. Onstaat er een neerslag? Zo ja, noteer de oplosreacties en de neerslagreactie.