Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
The future tense
The future tense
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
The future tense
Slide 1 - Diapositive
Future tense
De toekomende tijd in het Engels bestaat uit 4 verschillende tijden
Slide 2 - Diapositive
Present Simple
Voor vaststaande tijden als:
roosters
openings-/sluitingstijden
aankomst-/vertrektijden
Slide 3 - Diapositive
Welke zin staat in de besproken tijd?
A
The train arrives at 8 pm.
B
We are visiting our friends tomorrow.
C
We will go now!
D
We are going to visit them.
Slide 4 - Quiz
Regels bij present simple
Bij 3e vorm enkelvoud (he/she/it, etc.) krijgt het werkwoord een -s
Bij vragen gebruik je do en does
Bij ontkenningen gebruik je don't en doesn't
Slide 5 - Diapositive
Vertaal:
De winkel opent morgen om 8.30.
Slide 6 - Question ouverte
Present Continuous
Voor concrete afspraken in de nabije toekomst
Afspraken staan vast, tijd/plaats/met wie is bekend
De voorbereidingen zijn al gemaakt
Slide 7 - Diapositive
Welke zin staat in de besproken tijd?
A
The train arrives at 8 pm.
B
We are visiting our friends tomorrow.
C
We will go now!
D
We are going to visit them.
Slide 8 - Quiz
Regels bij present continuous
Bestaat altijd uit een vorm van to be (am/are/is) + het werkwoord met een -ing toevoeging.
Bij vragen gaat de vorm van to be vooraan
Bij ontkenningen zet je not achter de vorm van to be
Slide 9 - Diapositive
Vertaal:
Ik bezoek volgende week de dokter.
Slide 10 - Question ouverte
To be going to + hele werkwoord
Voor afspraken die nog niet vast staan.
Voor voorspellingen met bewijs
Slide 11 - Diapositive
Welke zin staat in de besproken tijd?
A
The train arrives at 8 pm.
B
We are visiting our friends tomorrow.
C
We will go now!
D
We are going to visit them.
Slide 12 - Quiz
Regels bij going to
Bestaat altijd uit een vorm van to be + going to + het hele werkwoord.
Bij vragen gaat de vorm van to be vooraan
Bij ontkenningen zet je not achter de vorm van to be
Slide 13 - Diapositive
Vertaal:
Ik zie donkere wolken, het gaat regenen.
Slide 14 - Question ouverte
Will/shall + hele werkwoord
Voor snelle beslissingen, beloftes, verzoeken, dreigementen. Maar ook als je voorspellingen doet zonder bewijs
Slide 15 - Diapositive
Welke zin staat in de besproken tijd?
A
The train arrives at 8 pm.
B
We are visiting our friends tomorrow.
C
We will go now!
D
We are going to visit them.
Slide 16 - Quiz
Regels bij will
Will + het hele werkwoord
Bij vragen staat will vooraan
Bij ontkenningen krijg je won't
Slide 17 - Diapositive
Regels voor shall
Shall alleen bij
I
en
we
en alleen bij een vraag waar je iets aanbied
of als je een belofte maakt
Slide 18 - Diapositive
Vertaal:
Ik ga mijn best doen je te helpen.
Slide 19 - Question ouverte
En nu alles door elkaar
Slide 20 - Diapositive
Present Simple
to be going to
Will/shall
present continuous
Slide 21 - Question de remorquage
fill in the future tense:
Probably, I ______ my sister in December.
A
will see
B
am going to see
C
shall see
D
is going to see
Slide 22 - Quiz
Fill in the future tense:
Look at those clouds! it __________ rain
A
is going to
B
will
Slide 23 - Quiz
Fill in the future tense:
The train ... at 8o'clock
A
will leave
B
leaves
C
is going to leave
D
is leaving
Slide 24 - Quiz
Those boxes look heavy, I _ (help) you carry them.
Slide 25 - Question ouverte
School __ (start) at 8 am so they'll need to get up early.
Slide 26 - Question ouverte
___ we ___ (organise) a barbecue in the garden?
Slide 27 - Question ouverte
We ___ (spend) our holiday in Spain next summer.
Slide 28 - Question ouverte
Janet ___ (not come) to our party. She's too busy.
Slide 29 - Question ouverte
Vertaal:
Hij gaat volgende week niet met een nieuwe baan beginnen.
Slide 30 - Question ouverte
Vertaal:
Ik zal je later bellen.
Slide 31 - Question ouverte
Vertaal:
Gaan zij volgende maand naar Parijs reizen?
Slide 32 - Question ouverte
Vertaal:
Het vliegtuig vertrekt om half 8.
Slide 33 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Theme 4; Future
Janvier 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, havo
Leerjaar 2
Future tense
Février 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Theme 4; Future
Janvier 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, havo
Leerjaar 2
Theme 4; Future
Mai 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, havo
Leerjaar 2
I writing & grammar
Avril 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Present simple, present continuous, future
Juin 2020
- Leçon avec
19 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Present simple, present continuous, future
Février 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Future tense
Février 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2