Week 16

English
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

English

Slide 1 - Diapositive

To Do:

  • Lesson 1:  Theme 4C
  • Lesson 2: Theme 4D
  • Lesson 3:  Handelingsdeel Engels: Film (1)

Slide 2 - Diapositive

Aims
- Je kent de Theme Words van A-B-C.
- Je herkent de structuur in een tekst.
- Je kunt praten over je passies.
- Je weet wat de correcte woordvolgorde is in het Engels.

Slide 3 - Diapositive

Lesson 1: After School

Slide 4 - Diapositive

Previous Lesson
Theme 4A & 4B: exercise 1-2-3-4 




Slide 5 - Diapositive

Reading
Structuur van een tekst
- inleiding: vaak de eerste alinea
- middenstuk
-slot: vaak de laatste alinea

elza: eerste laatste zin alinea: in deze zinnen staat de belangrijkste informatie

Slide 6 - Diapositive

Writing: informele e-mail
Informele e-mail/persoonlijke e-mail: naar mensen die je goed kent.

Aanhef: Dear + voornaam / Hi + voornaam / Hello + voornaam 
                                                                                                                                             Dear John,
                
Afsluiting: Best wishes/ Take care/ Love/ Best regards
                                                                                                                                             Best wishes,

                                                                                                                                              Anna

Slide 7 - Diapositive

4C: Reading p.8-9
Wat:

Exercise 5A: lees And the Oscar goes to: YOU! op p. 65. Zet de zinnen in de juiste volgorde door ze te nummeren van 1 t/m 8. 
Exercise 5B: schrijf op welke alinea's bij de inleiding, het middenstuk en het slot horen.
Exercise 6: lees de tekst opnieuw. Zoek in de tekst de Engelse vertaling van de woorden op en zet ze vervolgens in de puzzel.
Exercise 7: schrijf een e-mail naar een vriend(in) waarin je vertelt over de NYFA en hem/haar probeert te overtuigen zich in te schrijven voor een workshop in Amsterdam. Schrijf in het  Engels, gebruik +/- 100 woorden en gebruik de info uit de leestekst.

Hoe: zelfstandig lezen, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.

Klaar: leer de woorden van B en C op p. 73 textbook.

Uitkomst: we gaan de antwoorden de komende les nakijken.


timer
20:00

Slide 8 - Diapositive

Homework
Maak exercise 1-2-3-4-5-6-7  p. 6-9 Activity Book B
De leestekst vind je op p. 65 textbook




Slide 9 - Diapositive

Lesson 2: After School

Slide 10 - Diapositive

Previous Lesson
4C: Reading- Exercise 5-6-7 on p. 8-9

4A/4B: Listening + Theme Words - Exercise 1-2-3-4 on p. 6-7

Slide 11 - Diapositive

Answers Exercise 1

holiday -  vakantie
beach -   strand
water skiing- waterskiën
believe -   geloven

Answers Exercise 3

1 job interview - sollicitatiegesprek
2 pay -   loon
3 relax -   ontspannen
4 working hours - werktijden
5 stack shelves - vakken vullen
6 spare time -  vrije tijd

Slide 12 - Diapositive

Answers Exercise 4

1 gepassioneerd over
2 bezigheid
3 plezierig
4 bijbaan
5 interesse
6 solliciteren naar


Answers Exercise 5

A
5 veel leren van gastsprekers
7 klasgenoten helpen
1 maak van je passie je toekomst
8 over de hele wereld
3 avontuurlijk leven
6 leren door te doen
2 daar moet je zijn
4 opgericht met geld uit de textielhandel


B
inleiding alinea 1
middenstuk alinea's 2, 3, 4
slot alinea 5

Slide 13 - Diapositive

Answers Exercise 6

Slide 14 - Diapositive

Example Exercise 7
Hey Jessie,

 I read this article about the New York Film Academy and I think you would really like it. This school is all about film. It is famous all over the world and they even have a school in Amsterdam. You should really see if you can go there, because this school will definitly help you become a famous director. Steven Spielberg went to this school and Ben Stiller as well. I know you want to be behind the camera. You get to work with great material and they teach you absolutely everything about making a film. Talk to your parents about it.

See you,

Amy



Slide 15 - Diapositive

4D: Speaking & Writing
Stone 7 p. 66 textbook: praten over je passies.

Slide 16 - Diapositive

4D: Speaking & Writing
Wat:
Exercise 8: gebruik de woorden in het kader om goede zinnen te maken. Vertaal daarna de zinnen naar het Nederlands.
Exercise 9: Schrijf passende vragen en antwoorden op. Gebruik de aanwijzingen tussen haakjes en stone 7.
Exercise 10: maak het interview af. Gebruik de aanwijzingen tussen haakjes en stone 7.
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: we gaan de antwoorden over 20 minuten nakijken.
Klaar: Start met  Exercise 11: schrijf een e-mail terug naar Maurice. 
             Lees de instructie op p.12  goed door.
             Schrijf de e-mail in het Engels
             Gebruik +/- 50 woorden en Stone 7.
             Lever de e-mail op een apart blaadje in.
timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

Writing: informele e-mail
Informele e-mail/persoonlijke e-mail: naar mensen die je goed kent.

Aanhef: Dear + voornaam / Hi + voornaam / Hello + voornaam 
                                                                                                                                             Dear John,
                
Afsluiting: Best wishes/ Take care/ Love/ Best regards
                                                                                                                                             Best wishes,

                                                                                                                                              Anna

Slide 18 - Diapositive

Exercise 11: Write an e-mail
  • Schrijf een e-mail terug naar Maurice. 
  • Lees de instructie op p.12 goed door.
  • Beantwoord de vragen van Maurice.
  • Vertel over je hobby.
  • Gebruik een correcte aanhef en afsluiting.
  • Schrijf de e-mail in het Engels
  • Gebruik +/- 50 woorden en Stone 7.
  • Lever de e-mail op een apart blaadje in.

Slide 19 - Diapositive

Answers Exercise 8
1 When do you practise your hobby?
 Wanneer beoefen je jouw hobby?
2 I like to go skateboarding with friends.
 Ik vind het leuk om te gaan skateboarden met vrienden.
3 It is a great hobby because it is very exciting.
 Het is een geweldige hobby, omdat het erg spannend is.
4 His passions are dancing and mountain biking.
 Zijn passies zijn dansen en mountainbiken.

Slide 20 - Diapositive

Answers Exercise 9
I like mountain biking because it is outside.
When do you have guitar practise?
I'm really into skateboarding.
Why is dancing your passion?
At weekends I always meet my friends and go mountain biking.
What do you like about painting?

Slide 21 - Diapositive

Answers Exercise 10
1 What do you like about breakdancing?
2 I like it because it's fun to do and it keeps you fit.
3 I always go breakdancing with (my) friends.
4 This is an exciting and creative activity.
5 When do you practise this hobby?
6 I usually practise it after school and at weekends.
7 My friends and I usually go to a breakdancing party every month.

Slide 22 - Diapositive

Homework
Finish exercise 8-9-10 on p. 10-12 Activity Book B

You have time to finish your e-mail next lesson. 

Slide 23 - Diapositive

Lesson 3:

Slide 24 - Diapositive

Previous Lesson
4D: exercise 8-9-10 on p. 10-12

Slide 25 - Diapositive

Answers Exercise 8
1 When do you practise your hobby?
 Wanneer beoefen je jouw hobby?
2 I like to go skateboarding with friends.
 Ik vind het leuk om te gaan skateboarden met vrienden.
3 It is a great hobby because it is very exciting.
 Het is een geweldige hobby, omdat het erg spannend is.
4 His passions are dancing and mountain biking.
 Zijn passies zijn dansen en mountainbiken.

Slide 26 - Diapositive

Answers Exercise 9
I like mountain biking because it is outside.
When do you have guitar practise?
I'm really into skateboarding.
Why is dancing your passion?
At weekends I always meet my friends and go mountain biking.
What do you like about painting?

Slide 27 - Diapositive

Answers Exercise 10
1 What do you like about breakdancing?
2 I like it because it's fun to do and it keeps you fit.
3 I always go breakdancing with (my) friends.
4 This is an exciting and creative activity.
5 When do you practise this hobby?
6 I usually practise it after school and at weekends.
7 My friends and I usually go to a breakdancing party every month.

Slide 28 - Diapositive

4E-Grammar: Word Order
Wie doet wat waar wanneer ?    
Who - Does- What - Where - When 


Deena ate breakfast.
Deena ate breakfast on the train.
Deena ate breakfast on the train this morning.

He watched a film on television last weekend.




Slide 29 - Diapositive

4E-Word Order
Wie doet wat waar wanneer?

Zet de volgende woorden in de juiste volgorde om een zin te maken:
1) to school/ always/ a T-shirt/ on Monday / Tom/ wears.
2) in the city centre/ had/ we / a good time/ last Friday night.
3 every day /  she/ at home/ drinks / a cup of coffee.

Slide 30 - Diapositive

4E: Grammar p. 14
Wat:
Exercise 12: zet de woorden in de juiste volgorde om zinnen te maken.
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: we gaan de antwoorden over 8 minuten nakijken.

timer
8:00

Slide 31 - Diapositive

Answers Exercise 12
1 (On Wednesdays) Sarah plays volleyball at school on Wednesdays.
2 Tom is reading a great book.
3 (On Friday) He often watches a film at my house on Friday.
4 (Yesterday) Dad sold our car yesterday.
5 (In winter) My sister goes skiing in winter.
6 Kim is never late for school.
7 His brother has bought a new game.
8 Kevin always eats sandwiches for lunch.

Slide 32 - Diapositive

Answers Exercise 13
1 he (has) bought a new mountain bike
2 I am late for football practice
3 I always play a match at the club on Sundays.
4 My dad will be away next week.
5 I'll see you at my house at eleven o'clock next Saturday.
6 he bought a blue mountain bike.



Slide 33 - Diapositive

Handelingsdeel Engels 
Periode 2 : 1 film kijken (in de klas) + filmreport schrijven

Periode 3: 5 artikelen lezen + moeilijke woorden noteren

Periode 4: 1 Engelstalig boek lezen + bookreport schrijven

Slide 34 - Diapositive

Handelingsdeel Engels
- Eén document voor alle onderdelen

- OneDrive



Slide 35 - Diapositive

Handelingsdeel: FILMREPORT

  • Title of film
  • Is the film based on a book? If so, which book?
  • Who are the main characters?
  • Where does the story take place?
  • When does the story take place?
  • Did you like the film? Why (not)?
  • Write a summary (samenvatting) about the fim. You can do this in Dutch.


























Slide 36 - Diapositive

Writing: informele e-mail
Informele e-mail/persoonlijke e-mail: naar mensen die je goed kent.

Aanhef: Dear + voornaam / Hi + voornaam / Hello + voornaam 
                                                                                                                                             Dear John,
                
Afsluiting: Best wishes/ Take care/ Love/ Best regards
                                                                                                                                             Best wishes,

                                                                                                                                              Anna

Slide 37 - Diapositive

Exercise 11: Write an e-mail
  • Schrijf een e-mail terug naar Maurice. 
  • Lees de instructie op p.12 goed door.
  • Beantwoord de vragen van Maurice.
  • Vertel over je hobby.
  • Gebruik een correcte aanhef en afsluiting.
  • Schrijf de e-mail in het Engels
  • Gebruik +/- 50 woorden en Stone 7.
  • Lever de e-mail op een apart blaadje in.

Slide 38 - Diapositive

Homework
Finish exercise 11 on p. 12/13.
Hand in the e-mail next lesson.

Slide 39 - Diapositive