Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Spelling en grammatica woordsoorten
Spelling en grammatica woordsoorten
Hoofdstuk 1.8, 2.8, 4.9 & 5.9
1 / 46
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
46 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Spelling en grammatica woordsoorten
Hoofdstuk 1.8, 2.8, 4.9 & 5.9
Slide 1 - Diapositive
4.9 Spelling
Voltooid deelwoord en verkleinwoorden
Slide 2 - Diapositive
Noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord dat tussen haakjes staat.
Lisa heeft erg ... (genieten) van het feestje.
Slide 3 - Question ouverte
Noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord dat tussen haakjes staat.
Ik had mijn oude gymdocent bijna niet ... (herkennen).
Slide 4 - Question ouverte
Noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord dat tussen haakjes staat.
Ella werd om 8 uur door haar vader ... (ophalen).
Slide 5 - Question ouverte
Noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord dat tussen haakjes staat.
Een vijftienjarige Canadees heeft een Mayastad ... (ontdekken).
Slide 6 - Question ouverte
Noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord dat tussen haakjes staat.
Mijn hond heeft deze week zijn bot ... (begraven).
Slide 7 - Question ouverte
Herhaling voltooid deelwoord
- Bij een voltooid deelwoord staat meestal een vorm van hebben, zijn of worden
- Een voltooid deelwoord begint vaak me ge- (uitzonderingen)
-d of -t bepalen > langer maken of 't kofschip x
- uitgang voltooid deelwoord sterke werkwoord --> -en
Slide 8 - Diapositive
Kies het juiste verkleinwoord van het woord tussen haakjes.
Doe mij maar dat ... (menu).
A
menutje
B
menu'tje
C
menuutje
D
menuuje
Slide 9 - Quiz
Noteer het verkleinwoord van het woord tussen haakjes.
Wat een schattig ... (auto) heb je daar!
Slide 10 - Question ouverte
Kies het juiste verkleinwoord van het woord tussen haakjes.
Gisteren was er een ... (diskjockey) bij ons thuis.
A
diskjockeytje
B
diskjockeyje
C
diskjockey'tje
Slide 11 - Quiz
Kies het juiste verkleinwoord van het woord tussen haakjes.
Ik heb van mijn zusje een ... (ketting) gekregen.
A
kettingkje
B
kettingje
C
kettingtje
D
kettinkje
Slide 12 - Quiz
Noteer het verkleinwoord van het woord tussen haakjes.
Dani heeft ongeveer een ... (A4) gebruikt voor zijn verslag.
Slide 13 - Question ouverte
Herhaling verkleinwoorden
- In de meeste gevallen gebruik je -je of -tje
- In sommige gevallen gebruik je -pje of -kje (NOOIT -ngkje)
- Woorden die eindigen op een lange klinker die je met één letter schrijft, krijgen een extra klinker
- Bij woorden die eindigen op -y , gebruik je -'tje (uitzonderingen)
Slide 14 - Diapositive
5.9 Spelling
Tegenwoordig deelwoord, bijvoeglijk naamwoord & trappen van vergelijking
Slide 15 - Diapositive
Welk woord is een correct voorbeeld van een tegenwoordig deelwoord?
A
gesloopt
B
lachend
C
hangen
D
schrok
Slide 16 - Quiz
Waar of niet waar?
Een tegenwoordig deelwoord eindigt altijd op een -d
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Vul het tegenwoordig deelwoord in van het werkwoord tussen haakjes.
... (zuchten) liet de ober zich op een stoel zakken.
Slide 18 - Question ouverte
Vul het voltooid deelwoord dat wordt gebruikt als bijvoeglijk naamwoord in.
De ... (vluchten) man verstopte zich achter de boom.
Slide 19 - Question ouverte
Vul het voltooid deelwoord dat wordt gebruikt als bijvoeglijk naamwoord in.
De ... (haasten) jongen vergat bijna zijn tas thuis.
Slide 20 - Question ouverte
Zet het woord tussen haakjes in de juiste vorm.
Jitse kreeg (weinig) snoepjes dan zijn grote broer.
A
weinig
B
minst
C
minder
D
weiniger
Slide 21 - Quiz
Kies het juiste woord.
Johan is net zo goed in rekenen als/dan zijn klasgenootje.
A
als
B
dan
Slide 22 - Quiz
Wat is de vergrotende trap van 'graag'?
Slide 23 - Question ouverte
Waar of niet waar?
Een tegenwoordig deelwoord geeft aan dat een handeling nog bezig is.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Zet het woord tussen haakjes in de juiste vorm.
... (hijgen) arriveerde Janneke bij het lokaal.
Slide 25 - Question ouverte
Herhaling tegenwoordig deelwoord
- handeling is nog bezig
- infinitief + d
Slide 26 - Diapositive
Herhaling bijvoeglijk naamwoord
- eindigt meestal op -e
- stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden > -en
- tegenwoordig deelwoord +e
- te + infinitief
- voltooid deelwoord + e (zo kort mogelijk!)
Slide 27 - Diapositive
Herhaling trappen van vergelijking
- stellende trap = gelijk of gelijkwaardig
- vergrotende trap (+er) = niet gelijk of gelijkwaardig
- overtreffende trap (+st(e)) = overtreft al het andere
Slide 28 - Diapositive
1.8 & 2.8 Grammatica woordsoorten
Lidwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel
Slide 29 - Diapositive
Wat is het bijvoeglijke naamwoord in deze zin?
De verloren ring werd gelukkig gisteren door iemand teruggevonden.
A
door
B
verloren
C
ring
D
teruggevonden
Slide 30 - Quiz
Waar of niet waar?
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt altijd op -en.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quiz
Welke woordsoort is 'sinds'?
Voorbeeldzin: Ik werk hier al sinds 1988.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel
Slide 32 - Quiz
Het meisje vroeg zich af wanneer haar moeder haar zou ophalen.
'Het' is hier een...?
A
Bepaald lidwoord
B
Onbepaald lidwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Zelfstandig
Slide 33 - Quiz
Noem een voorbeeld van een voorzetsel.
Slide 34 - Question ouverte
Waar of niet waar?
Een bijvoeglijk naamwoord staat altijd vóór een zelfstandig naamwoord.
A
Niet waar
B
Waar
Slide 35 - Quiz
Welke woordsoort is 'gestolen' in deze zin?
De gestolen fiets werd snel teruggevonden.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel
Slide 36 - Quiz
Hoeveel lidwoorden zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 37 - Quiz
Welk woord is een eigennaam?
A
jas
B
Berlijn
C
gedraaid
D
krant
Slide 38 - Quiz
Noem een voorbeeld van een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.
Slide 39 - Carte mentale
Kies het juiste antwoord. Er is slechts één correct antwoord.
Het regent vaak hier op het exotische eiland.
A
'Het' is een lidwoord in deze zin
B
'exotische' is een werkwoord
C
'op' is een voorzetsel
D
'regent' is een bijvoeglijk naamwoord
Slide 40 - Quiz
Herhaling lidwoord
- de, het en een
- staat voor een zelfstandig naamwoord
- de, het = bepaald (zelfstandig naamwoord is bekend)
- een = onbepaald (zelfstandig naamwoord is onbekend)
Slide 41 - Diapositive
Herhaling zelfstandig naamwoord
- mensen, dieren, planten, dingen en begrippen
- kun je een lidwoord voor zetten
- kun je meestal in meervoud zetten
- kun je vaak een verkleinwoord van maken
- eigennamen
Slide 42 - Diapositive
Herhaling werkwoord
- drukt een handeling, situatie of gebeurtenis uit
- hele werkwoord = infinitief
- kun je aanpassen aan de persoon die iets doet of aan de tijd
- aanpassen = vervoegen
Slide 43 - Diapositive
Herhaling bijvoeglijk naamwoord
- beschrijft een kenmerk of eigenschap van een zelfstandig naamwoord
- eindigt meestal op -e (uitzonderingen)
- stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op -en
Slide 44 - Diapositive
Herhaling voorzetsel
- kun je vóór de kast zetten of vóór de vakantie
- staan aan het begin van eens zinsdeel
- staan aan het begin van een deel van een zinsdeel
Slide 45 - Diapositive
Veel succes!!
Slide 46 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Spelling en grammatica woordsoorten
Septembre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Kern 1TH: Grammatica woordsoorten Les 5, 6 en 19: toetsvoorbereiding
Décembre 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.8 Spelling
Février 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Zinsdelen en woordsoorten IVKO 2
Janvier 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Middelbare school
Bijvoeglijk naamwoord
Juin 2022
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling deel 2
Juin 2020
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Maandag 21 maart
Mars 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Talent_4.9_5.9_2223
Novembre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2