Woordenschat kerst - dag 4 (makkelijk)

Kerst
dag 4
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kerst
dag 4

Slide 1 - Diapositive

Herhaling
dag 3

Slide 2 - Diapositive

Waar is de baard?
Sleep de pijl naar de juiste plek.

Slide 3 - Question de remorquage

Waar is de kerstmuts?
Sleep de pijl naar de juiste plek.

Slide 4 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar de juiste plek.
het rendier
het cadeau
de kerstman
de slee

Slide 5 - Question de remorquage


Slide 6 - Question ouverte

... rendier
A
de
B
het

Slide 7 - Quiz

dag 4

Slide 8 - Diapositive

de kerstmarkt
Op de kerstmarkt kun je kerstspullen kopen.

Slide 9 - Diapositive

de kerstvakantie
Wij hebben twee weken kerstvakantie.

Slide 10 - Diapositive

de kersttrui
Ik koop een kersttrui.

Slide 11 - Diapositive

de kerstster
De kerstster hangt in de boom.

Slide 12 - Diapositive

de kerstklok
De kerstklok hangt aan de deur.

Slide 13 - Diapositive

de engel
De engel staat in de kerststal.

Slide 14 - Diapositive

de piek
De piek staat boven op de kerstboom.

Slide 15 - Diapositive

de elfjes
De elfjes helpen de kerstman met cadeaus inpakken.

Slide 16 - Diapositive

Nu alles samen!

Slide 17 - Diapositive

de kerstmarkt
Op de kerstmarkt kun je kerstspullen kopen.

Slide 18 - Diapositive

de kerstvakantie
Wij hebben twee weken kerstvakantie.

Slide 19 - Diapositive

de kersttrui
Ik koop een kersttrui.

Slide 20 - Diapositive

de kerstster
De kerstster hangt in de boom.

Slide 21 - Diapositive

de kerstklok
De kerstklok hangt aan de deur.

Slide 22 - Diapositive

de engel
De engel staat in de kerststal.

Slide 23 - Diapositive

de piek
De piek staat boven op de kerstboom.

Slide 24 - Diapositive

de elfjes
De elfjes helpen de kerstman met cadeaus inpakken.

Slide 25 - Diapositive


Slide 26 - Question ouverte

... kerstklok
A
de
B
het

Slide 27 - Quiz

Zet het juiste woord op de juiste plek.
de kerstman
de elf
het cadeau
de slee

Slide 28 - Question de remorquage


Slide 29 - Question ouverte

... kersttrui
A
de
B
het

Slide 30 - Quiz