Woordenschat kerst - alle woorden

Kerst
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 37 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Kerst

Slide 1 - Diapositive

Dag 1

Slide 2 - Diapositive

de kerst 
Kerst vieren wij op 25 en 26 december.

Slide 3 - Diapositive

de kerstboom
De kerstboom staat in de woonkamer.

Slide 4 - Diapositive

de kerstbal
De kerstbal hangt in de kerstboom.

Slide 5 - Diapositive

de kerstkaart
Ik stuur een kerstkaart naar mijn vriend.

Slide 6 - Diapositive

de kerstmuziek
Ik luister naar kerstmuziek.

Slide 7 - Diapositive

het cadeau
Onder de kerstboom ligt een cadeau.

Slide 8 - Diapositive

het kerstverhaal
Het kerstverhaal gaat over de geboorte van Jezus.

Slide 9 - Diapositive

de kerststal
Bij de kerstboom staat de kerststal.

Slide 10 - Diapositive

Dag 2

Slide 11 - Diapositive

de kerstavond
24 december is kerstavond.

Slide 12 - Diapositive

eerste kerstdag
25 december is eerste kerstdag.

Slide 13 - Diapositive

tweede kerstdag
26 december is tweede kerstdag.

Slide 14 - Diapositive

het kerstdiner
De mensen zitten samen aan het kerstdiner.

Slide 15 - Diapositive

de versiering
In de woonkamer hangt versiering.

Slide 16 - Diapositive

de kaars
De kaars staat op tafel.

Slide 17 - Diapositive

de kerstkrans
In de kerstboom hangt een kerstkrans.

Slide 18 - Diapositive

de lichtjes
In de kerstboom hangen lichtjes.

Slide 19 - Diapositive

Dag 3

Slide 20 - Diapositive

de kerstman
De kerstman heeft een rood pak aan.

Slide 21 - Diapositive

de baard
De kerstman heeft een witte baard.

Slide 22 - Diapositive

de kerstmuts
De kerstmuts is rood en wit.

Slide 23 - Diapositive

de sneeuw
De sneeuw is wit.

Slide 24 - Diapositive

de slee
De kinderen zitten op de slee.

Slide 25 - Diapositive

het rendier
Het rendier staat in de sneeuw.

Slide 26 - Diapositive

inpakken
Ik pak het cadeau in.

Slide 27 - Diapositive

het ijs
Het ijs is glad.

Slide 28 - Diapositive

dag 4

Slide 29 - Diapositive

de kerstmarkt
Op de kerstmarkt kun je kerstspullen kopen.

Slide 30 - Diapositive

de kerstvakantie
Wij hebben twee weken kerstvakantie.

Slide 31 - Diapositive

de kersttrui
Ik koop een kersttrui.

Slide 32 - Diapositive

de kerstster
De kerstster hangt in de boom.

Slide 33 - Diapositive

de kerstklok
De kerstklok hangt aan de deur.

Slide 34 - Diapositive

de engel
De engel staat in de kerststal.

Slide 35 - Diapositive

de piek
De piek staat boven op de kerstboom.

Slide 36 - Diapositive

de elfjes
De elfjes helpen de kerstman met cadeaus inpakken.

Slide 37 - Diapositive