procenten

procenten
1 / 13
suivant
Slide 1: Carte mentale

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

procenten

Slide 1 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Een getal berekenen met procenten
21% = 21 : 100 = 0,21

69% van € 85 = 69 : 100 x 85 = € 58,65

Op een school werken 85 leraren. Daarvan is 51% ouder dan 50 jaar. Reken uit hoeveel leraren boven de 50 zijn.
51% van 85 = 51 : 100 x 85 = 43,35 leraren = 43 leraren

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een percentage berekenen

85 = .. % van 200
200 is 100%
hoeveel procent is dan 85?

wat : waarvan x 100%

85 : 200 x 100 = 42,5%

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent meer of minder?
Stijging of daling in procenten:
(nieuw - oud) : oud x 100%

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als 100% niet bekend is
Latifa verdient 18% van haar al inkomsten per maand met oppassen. Ze verdient met oppassen € 24,30 per maand.

Hoeveel inkomsten heeft ze in totaal per maand?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

110 leerlingen van een vmbo hebben gekozen voor de sector zorg en welzijn.
De meisjes zijn veruit in de meerderheid: er zijn slechts 25 jongens.

Hoeveel procent van de leerlingen is meisje? Rond af op hele procenten.

Slide 6 - Question ouverte

2013 - 36

Fred krijgt 20% korting op alles. 
Hoeveel euro moet hij betalen?

Slide 7 - Question ouverte

43 - Domein: verhoudingen (antwoorddia)
Rekenen met procenten kent geen specifieke verschillen ten opzichte van 2F.
Prijs van een brood vorig jaar: € 3
Prijs van een brood dit jaar: € 3,10

Hoeveel procent is de prijs van het brood dit jaar gestegen t.o.v. vorig jaar?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

84% van de 125 leerlingen heeft de wiskundetoets gehaald.
Hoeveel leerlingen hebben de toets gehaald?

Slide 9 - Question ouverte

21 - Domein: verhoudingen
‘Rekenen met procenten’ kent geen verschillen ten opzichte van 2F.
In een klas zitten 30 leerlingen. 10 Leerlingen zijn meisjes.
Hoeveel procent van de leerlingen in de klas is een meisje?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je geleerd?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In 2015 waren er 12 apen in de dierentuin. In 2014 waren het er 8. Wat is de groei in procenten?
A
25%
B
50%
C
75%
D
2,5 bananen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke formule bereken je de stijging, groei, afname of daling in procenten?
A
nieuw-oud : oud x 100
B
(nieuw-oud) : oud x 100
C
(oud - nieuw) : 100
D
(deel : geheel) x 100

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions