Tekst 1: zakmes en tekst 2: postcode

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Tekst 1: zakmes en tekst 2: postcode

Vraag 1: Wat zijn de twee belangrijkste manieren die gebruikt worden in alinea 1 en 2?

Vraag 2: Met welke twee andere zelfstandige naamwoorden wordt naar dit expertisecentrum verwezen?

Vraag 3: Waarom is het zo verrassend...

1. Het hele jaar hoor je niets...
2. In het verleden....
3. Ouders zijn van zichzelf...
4. VeiligheidNL heeft....

Vraag 4: Citeer de zin uit alinea 4, 5 of 6 die duidelijk maakt....

Vraag 5: Welk verband wordt er vooral aangegeven?

1. vergelijking
2. voorbeelden
3. aanleiding
4. verklaring

Vraag 6: Welke moeder voedt daar kinderen op volgens de inzichten? Leg je antwoord uit.

Vraag 7: Wat moeten politici doen?

1. nadelen inzien
2. maatregelen treffen
3. overheidsgeld inzetten
4. wijzen op

Vraag 8: Wat is de belangrijkste functie van het slot?

1. advies
2. samenvatting
3. voorbeeld
4. waarschuwing

Vraag 9: Wat is het onderwerp van de tekst?

1. bevorderen
2. tips
3. toegenomen gevaren
4. voordelen

Vraag 10: Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. instrueren

Vraag 11: Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

1. De overheid wil...
2. Kinderen zijn de...
3. Ouders vinden dat...
4. Risicovol spelen is....

Vraag 12: Hoe is de tekst van toepassing op de kinderen op de foto?

Vraag 13: Wat zijn de twee belangrijkste doelen van deze tekst?

Vraag 14: Op wie richt deze advertentie zich vooral?

1. winnen + daarom meedoen
2. winnen + kinderen helpen
3. winnen + goed doel steunen
4. winnen + gewonnen geld doneren