Language support - TEKSTEN - les 1

• Nederlands
• Hoger onderwijs

Hoe begin je daaraan?

1. Ik kijk eerst GLOBAAL: welk type tekst is het, waarover gaat het, ik lees de tussentitels, ik lees de inleiding.
2. Ik ga actief op zoek naar het ANTWOORD OP DE VRAGEN die de docent heeft gesteld. Want dit is wat zij belangrijk vindt voor het examen!
3. Ik lees de tekst onmiddellijk zin per zin, IN DETAIL, want de docent heeft toch gezegd dat we het hele artikel moeten kennen?
4. Oh interessant thema! Ik ben heel benieuwd naar de argumenten en wil hier een EIGEN MENING over vormen.

Oriënterend lezen:
titel, auteur, wanneer verschenen, tekstsoort, tekstdoel

In de tekst heeft men het over twee soorten doelpubliek van de workation:

Welke touroperator pakt in ons land uit met een workation?

Signaalwoorden

Sleutelwoorden

Moeilijke woorden?

Bedenk zelf twee vragen over de tekst.

Oriënterend lezen

Intensief lezen

Globaal lezen

Je leest de flaptekst.

Je bepaalt wat de hoofdgedachte van de tekst is.

De koppen van De Standaard bekijken.

In een boek over levensovertuigingen de historische wortels van het humanisme vinden.

Je kijkt wie een bepaald artikel heeft geschreven en waar het gepubliceerd is.

Wat doe jij al?
Titels en tussentitels: ik duid enkel de belangrijkste woorden aan, niet de volledige titel.

1. ja
2. nee

Wat doe jij al?
Kleuren: ik gebruik verschillende kleuren voor de verschillende niveaus in de tekst.

1. ja
2. nee

Wat doe jij al?
Ik markeer in de inhoudstafel.

1. ja
2. nee

Wat doe jij al?
Volgorde: Ik lees eerst een alinea en duid daarna pas het belangrijkste in de alinea aan.

1. ja
2. nee

Wat doe jij al?
Kernwoorden: Ik duid in de alinea’s enkel de belangrijkste woorden aan, dus geen volledige zinnen.

1. ja
2. nee

Wat doe jij al?
Het resultaat: Ik geef het toe… soms ziet mijn cursus eruit als een kleurboek.

1. ja
2. nee

https: