3.3 Genenparen

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Aw Aw
Aw Ar
AA r

Slide 5 - Diapositive

Intermediair fenotype

beide genen even sterk


Rood leeuwenbekje = ArAr

Wit leeuwenbekje = AwAw

Roze leeuwenbekje = ArAw

Slide 6 - Diapositive

Homozygoot/heterozygoot
Twee dezelfde genen op elk chromosoom van 1 paar: 
HOMOzygoot
Twee verschillende genen op elk chromsoom van 1 paar:
HETEROzygoot

homo = hetzelfde
hetero = anders

Slide 7 - Diapositive

Homozygoot

Hetzelfde


de 2 genen voor één erfelijke eigenschap zijn hetzelfde


Slide 8 - Diapositive

Heterozygoot

Verschillend


de 2 genen voor één erfelijke eigenshap zijn verschillend

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Aw Aw
Aw Ar
AA r
homozygoot
homozygoot
heterozygoot

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Dominant/recessief
Lang niet alle overervingen zijn intermediair. 
Soms wint een van de 2 genen het van de ander. 
Dat gen het DOMINANT.
Het gen dat heeft 'verloren' heet RECESSIEF.

Dominant gen: HOOFDLETTER
Recessief gen: kleine letter

Slide 13 - Diapositive

Hoe noteren we dit?

Homozygoot dominant: AAheeft de dominante eigenschap


Homozygoot recessief: aaheeft de recessieve eigenschap


Heterozygoot: Aa = heeft dominante eigenschap; A wint van a


Er zijn dus altijd 3 mogelijkheden

Slide 14 - Diapositive

Homozygoot

Hetzelfde


de 2 genen voor één erfelijke eigenschap zijn hetzelfde


AA
aa

Slide 15 - Diapositive

Heterozygoot

Verschillend


de 2 genen voor één erfelijke eigenshap zijn verschillend

Aa

Slide 16 - Diapositive