1.4 KGT Kritisch denken

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

1.4 KGT Kritisch denken

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven wat kritisch denken is.
  
• Je kunt het verschil uitleggen tussen een feit en een mening.
  
• Je kunt goede argumenten herkennen.
  

GL4B dinsdag 17 september

• Huiswerk:  Par. 1.3 af in het werkboek (blz. 12 en 13) + laptop meenemen
• Actualiteit: Prinsjesdag
• Huiswerk nakijken
• PO: kan iedereen verder?
• Uitleg 1.4 kritisch denken

Maatschappelijk probleem

1. Hebben er veel mensen mee te maken?

2. Zijn er veel verschillende meningen over?

3. Krijgt het probleem veel aandacht in de media?

4. Bedenkt de politiek oplossingen?

Hebben er veel mensen 

mee te maken?

Zijn er veel verschillende meningen over?

Krijgt het probleem veel aandacht in de media?

Bedenkt de politiek oplossingen?

Informatie

Kinderen stellen voortdurend vragen. Dat doen ze omdat veel dingen nog nieuw voor ze zijn. Ze zien, horen en voelen elke dag heel veel en proberen informatie te begrijpen.

Informatie= alles wat je kennis geeft over iets of iemand

Kritisch denken

Als we ouder worden stoppen we vaak met voortdurend vragen stellen bij de informatie die we krijgen. 

Toch is het belangrijk om dat regelmatig te blijven doen. 

Je gebruikt informatie bij het nemen van belangrijke beslissingen.

Kritisch denken= je gaat zorgvuldig om met informatie om je mening te bepalen. Je stelt vragen en vraagt door.

Bij kritisch denken stel je vragen bij meningen, feiten en argumenten. 

Je vraagt je af: klopt het wel?

Kritisch denken bestaat uit 3 delen: 

1. Welke informatie is betrouwbaar?
2. Het van een andere kant bekijken
3. Nadenken over je eigen mening 

1 Welke informatie is betrouwbaar?

• Verzamel zoveel mogelijk informatie.

• Welke informatie is gebaseerd op feiten en welke op meningen?

• Bevat de informatie goede argumenten?

• Weet ik genoeg of moet ik meer 

informatie zoeken?

2 Het van een andere kant bekijken

• Wat is de mening van andere mensen over de informatie?

• Waarom denken andere mensen zo?

• Kan ik daar iets van leren?

3 Nadenken over je eigen mening

• Kijk nogmaals naar al je informatie.

• Is mijn mening nog steeds de juiste voor mij?

• Moet ik mijn mening aanpassen?

Vraag: heb jij je mening wel eens aangepast?

Je eigen mening

Mensen hebben vaak verschillende meningen.

Het is belangrijk dat mensen aan elkaar kunnen

uitleggen waarom ze iets vinden.

Dan kan je antwoord geven op vragen als:

Waarom vind je dat?

Waarom vind je het zo belangrijk?

1. Je moet de feiten kennen.

Een feit is iets wat echt gebeurd is en wat je dus kunt bewijzen.

Mening: “Er moeten meer kerncentrales komen in Nederland.”

Feit: “Een kerncentrale stoot geen broeikasgassen uit. Dat is dus

goed voor het klimaat!”

2. Je moet het van verschillende kanten bekijken.

“Er moeten meer kerncentrales komen in Nederland.”

Zijn er ook andere mogelijkheden?

Wat zijn de nadelen van een kerncentrale?

Hoeveel kost het om een kerncentrale te bouwen?

3. Je moet argumenten hebben bij je mening.

Argumenten zijn redenen waarmee je kunt onderbouwen waarom

je iets vindt.

“Er moeten meer kerncentrales komen in Nederland. Dan kunnen we als het niet waait of als de zon niet genoeg schijnt toch genoeg

 elektriciteit produceren.”

Aan de slag

1. Huiswerk: vrijdag 20 september blz. 25 en 26 af

2. PO inleveren vrijdag 27 september

Keuze:

• verder met je PO. 
• Vraag om hulp als je dit nodig hebt
• beginnen aan het huiswerk

GL4B dinsdag 24 september

1. Huiswerk: blz. 21 af samenvattingen blz. 21/22 af

*let op: werkboek/huiswerk controle

2. nakijken met nakijkbladen

*Let op: timer aan = stil voor jezelf aan het werk

Keuze:

• Verder met je PO
• Beginnen aan huiswerk
• Vraag om hulp als je dit nodig hebt
• Huiswerk: PO inleveren vrijdag 27 september voor 16:00 + de begrippenlijst af op blz. 22