2.4 Kweken van cellen, weefsel en organen

2.4 Kweken van cellen, weefsel en organen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.4 Kweken van cellen, weefsel en organen

Slide 1 - Diapositive



Leerdoelen:
  • Ik kan beschrijven hoe mensen via biotechnologie nuttige producten kunnen maken. 
  • Ik kan uitleggen hoe mensen stamcelkweek gebruiken voor medische toepassingen. 
  • Ik kan uitleggen dat transplantatie met niet-lichaamseigen weefsel of organen tot afstoting kan leiden. 

Slide 2 - Diapositive

Bio betekent leven.

'Biotechnologie is op een technische manier slim gebruikmaken van biologie voor dingen die de mens belangrijk, nuttig of lekker vindt' (bron: www.rijksoverheid.nl).

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Plasmide = klein ringvormig DNA=molecuul in een bacterie.

Genetisch gemodificeerd organisme (ggo) = organisme met door mensen gemaakte veranderingen in hun DNA.

Slide 5 - Diapositive

Genetische modificatie: het inbrengen van een stukje DNA van het ene organisme in een ander organisme
Bij twee verschillende organismen ontstaat een transgeen organisme
Zie Binas tabel 71M
Uit HS 3: 

Slide 6 - Diapositive

Celdifferentiatie/celspecialisatie:
Stamcellen: eerste cellen van het embryo

Slide 7 - Diapositive

Een volwassen organisme heeft ook stamcellen, vooral op plaatsen waar weefsel snel slijt (darm, huid, bloed). 

Deze stamcellen maken één type cel. 

Deze stamcellen zijn genetisch te modificeren om er daarna weefsel en organen mee te kweken.

Slide 8 - Diapositive

1: stamcellen uit het lichaam

2: celdeling

3: cellen toegevoegd aan een mal

4: weefselvorming

5: inplantatie in lichaam

Organen bestaan meestal uit meerdere weefsels. Daarom zeer moeilijk te maken. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive