samenvatting voor toets 29 oktober 2020

zouten
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
chemieMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

zouten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Sleep de type reactie naar de reactievergelijking
Tekst
fosfaat-ion
carbonaat-ion
oxalaat-ion
nitraat-ion
ammonium-ion
Permanganaat-ion
PO43-
CO32-
C2O42-
NO3-
NH4+
MnO4-

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Sleep de type reactie naar de reactievergelijking
Tekst
drichromaat-ion
carbonaat-ion
oxalaat-ion
nitriet-ion
Hydronium-ion
Perchloraat-ion
Cr2O72-
CO32-
C2O42-
NO2-
H3O+
ClO4-

Slide 6 - Question de remorquage

timer
1:00
ijzer
Koper
Tin
Zink
Fe2+ Fe3+
Cu+     Cu2+
Sn2+   Sn4+
Zn2+ Zn4+

Slide 7 - Question de remorquage

Hoeveel hoofdgroepen heeft het periodiek systeem
timer
0:30
A
18
B
8
C
10
D
7

Slide 8 - Quiz

In hoofdgroep 8 zitten de .........?
timer
0:25

Slide 9 - Question ouverte

wat is en covalente binding : koppeling...... ..................... door middel van een gemeenschappelijk elektronenpaar
timer
0:30
A
een koppeling tussen twee elektronen
B
een koppeling tussen twee neutronen
C
een koppeling tussen twee waterstofbruggen
D
een koppeling tussen twee atomen

Slide 10 - Quiz

een chemische binding ontstaat als elk atoom ............elektronenparen per atoom in de buitenste schil krijgt
timer
0:30
A
2
B
6
C
4
D
8

Slide 11 - Quiz

een waterstof brug wordt gevormd ==> binding tussen 2 moleculen met een H-atoom en een van welke 3 soorten moleculen?
timer
0:30

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

wanneer is een binding zuiver covalent en geef een voorbeeld

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

oplosbaarheidsregels
A
Na, Ca en NH3 en alle nitraten
B
Na, K en NH3 en alle nitraten
C
N, Ca en NH3 en alle nitraten
D
Na, K en NH4+ en alle nitraten

Slide 21 - Quiz

tribune ionen zijn
A
ionen die voor de lol meedoen
B
ionen die wel in de oplossing zitten
C
ionen die niet mee doen aan de reactie maar wel in de oplossing zitten
D
ionen die wel mee doen aan de reactie maar niet in de oplossing zitten

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Hoe heet de overdracht van een H+ proton?
A
zuur base reactie
B
een neerslagreactie
C
protolyse reactie
D
redoxreactie

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Hoe is de pH schaal verdeeld?
A
van pH 0 tot 12
B
van pOH 14 tot 1
C
van pH 1 tot 14
D
van pOH 0 tot 14

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

wat is de definitie van een zuur?

Slide 36 - Question ouverte

wat is de definitie van een base

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

wat is het verschil tussen een sterk en een zwak zuur

Slide 41 - Question ouverte

voor elke zuur base bepaling gebruik je de zelfde indicator
A
niet waar
B
waar

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Diapositive

op hoeveel decimalen rond je de pH af
A
0
B
1
C
3
D
2

Slide 44 - Quiz

bereken de pH van 0,034 mol/L zoutzuur

Slide 45 - Question ouverte

bereken de pH van 0,75 mol/L natronloog

Slide 46 - Question ouverte

????????

Slide 47 - Diapositive