P1 Les 3

• Organiseren van Evenementen
• MBO
• Studiejaar 1

Organiseren van Evenementen

Waar ben jij nog niet zo goed in?

To Do

Doelstelling

Herhalen vorige week

3 systemen uitleggen

Het programma

Organisatie

Doelstelling

Aan het einde van de les is de student in staat om de hoofdstukken ‘het programma’ en ‘organisatie’ te schrijven aan de hand van de invulhulp.

Herhalen

Welke 2 systemen hebben we in de praktijk in week 1 gebruikt?

- Klokopschuif 

Leven ganzenborden

Welke 2 systemen heb je verder onthouden?

Bij welk systeem mogen deelnemers zelf kiezen of ze meedoen aan het evenement?

1. Spelenkermis
2. Open instuif

1. Klokopschuifsysteem
2. Vakopschuifsysteem
3. Kloksysteem
4. Horizontaal systeem

Welk systeem is dit?

1. piramidesysteem
2. Waslijnsysteem
3. Schoorsteensysteem
4. laddersysteem

Afval syteem

Tennis, Judo, Boksen

Poulesysteem

Met welke sport(en) wordt dit systeem gebruikt?

Diagonaal systeem

6-

Competitie systemen

Speel jij competitie? In wat voor vorm?

Wedstrijden

Voor het berekenen van het aantal wedstrijden kun je de volgende formule gebruiken:

Voor een hele competitie: X = N X (N-1)

Voor een halve competitie: X = N X (N-1) : 2

X = aantal wedstrijden, N = aantal deelnemers of teams

Halve competitie

- Iedereen speelt 1 x tegen elkaar. 

Bij een even aantal deelnemers of teams:

Voor een halve competitie: Y = N - 1

Y = aantal ronden, N = aantal deelnemers of teams

Hele competitie

- Iedereen speelt 2 x tegen elkaar. 

Bij een even aantal deelnemers of teams:

Voor een hele competitie: Y = 2 * (N-1)

Y = aantal ronden, N = aantal deelnemers of teams

Aan de slag

Deelnemers

Een tabel van begin (aankomst) tot het eind (wegrijden) over alles wat de deelnemers gaan doen en hoe laat dat allemaal plaatsvindt.

Voorbeeld staat in de studiewijzer

Hoe kies je een organisatievorm?

• Is het een recreatief of prestatief toernooi of evenement? 
• Is het individueel of met teams?
• Is het aantal deelnemers of teams vooraf bekend of niet? Bij een onbekend aantal deelnemers of teams zijn poule- en competitiesystemen minder geschikt.
  
• Wat is het aantal deelnemers? Gaat het om een groot of klein toernooi/evenement? Bij een gering aantal deelnemers zijn uitdaagsystemen (ladder en waslijn) goed bruikbaar. Bij grote aantallen werkt een afvalsysteem goed.
  
• Is het belangrijk dat iedereen deelneemt aan alle activiteiten? Als dit het geval is, valt een spelenkermis en een enkel afvalsysteem af.

Organisatievorm

Welke organisatievorm kies je?

Waarom kies je voor deze organisatievorm?

De sportleider als organisator en SB - Functionaris

Hoofdstuk 1

Het programma

1. Wedstrijdschema (vergeet het volgende niet):

- Wisseltijden

- Pauzes

2. Spellen/activiteiten uitleggen

3. Spelregels

Organisatie (wedstrijd secretariaat)

Maak een tijdschema met alles wat de organisatoren die dag doen.

4 Kolommen

Hoelaat, Wie, Wat, Waar