M2 presente + presente perfecto

Programa
1. herhalen presente 
2. herhalen en uitbreiden presente perfecto 
3. ¡A trabajar! (in geprinte boekjes) 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Programa
1. herhalen presente 
2. herhalen en uitbreiden presente perfecto 
3. ¡A trabajar! (in geprinte boekjes) 

Slide 1 - Diapositive

Herhaling: presente perfecto

Slide 2 - Diapositive

timer
0:20
Wat is de presente?

Slide 3 - Carte mentale

De 3 stappen voor het vervoegen van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd: 
HAKKEN
TELLEN
PLAKKEN
HABLAR 
HABL
TÚ = DE 2E PERSOON
AS = DE TWEEDE UITGANG 
HABLAS
HABLAS = 
JIJ PRAAT

Slide 4 - Diapositive

PRESENTE

Slide 5 - Diapositive

Wat is de presente perfecto?

Slide 6 - Carte mentale

voltooid deelwoord=

participio

   ww op -ar= ado    cant ado 

    ww op -er= ido    com ido   

 ww op -ir= ido       viv ido

let op:

het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord staan altijd bij elkaar!!!!!

hulp-ww

Haber:

he

has

ha


hemos

habéis

han

Slide 7 - Diapositive

Por ejemplo: 
Ik heb gegeten : 
He comido 

Wij hebben gepraat: 
Hemos hablado 

Jullie hebben gewoond: 
Habéis vivido

Slide 8 - Diapositive

Onregelmatige voltooid deelwoord
decir  -----          dicho           (zeggen)
hacer -----          hecho         (doen/maken)
abrir -----            abierto        (openen)
volver  -----         vuelto          (teruggaan)
escribir----        escrito        (schrijven)
ver     ----             visto             (zien)
poner    ---         puesto        (plaatsen/neerzetten)
romper ----         roto               (breken)

Slide 9 - Diapositive

Signaalwoorden

woorden als : hoy (=vandaag), esta mañana(deze ochtend), esta semana (deze week) , todavía (nog), ya(al), alguna vez (ooit), siempre (altijd), nunca (nooit) geven aan dat er een relatie is met het heden en worden gebruikt met de presente perfecto:

Hoy he trabajado mucho = 

Esta tarde hemos almorzado en casa =

Slide 10 - Diapositive

Vertaal de volgende zinnen:
wij hebben gewerkt
Jullie hebben gegeten

Slide 11 - Question ouverte

¿Qué has hecho este fin de semana?

1. Salir                               2. Limpiar                3. Hacer                   4. Ver


5. Escribir                      6. Comer                  7. Hablar                   8. ir



Slide 12 - Diapositive

Zet in de presente perfecto:
Juan habla español.

Slide 13 - Question ouverte

¡A trabajar!
Maken: HS 5 opdr 12 t/m 15 
Leren: woordjes 1.3 nl-sp/sp-nl

Slide 14 - Diapositive