Unit 7 Grammar Past Tenses Past Simple, Past Continuous en Present Perfect

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Unit 7 Grammar

Grammar onderdelen 

Past: Past simple, Past Continuous or Present Perfect

Future: Will or Going to

Mixed tenses: Past or Future

Adverb (bijwoord) or Adjective (bijvoeglijke naamwoord)

Word Order (+ adverb)

Question Tags

If or When

Past Tenses

PAST SIMPLE

Gebruik je voor dingen die in het verleden zijn gebeurd en waarvan het belangrijk/bekend is wanneer.

Signaalwoorden:

last week/month, in 2023, five minutes ago, this morning, when I was young 

Bevestigende zin

Regelmatige werkwoorden:

 + ed

He walked to school Yesterday.

Onregelmatige werkwoorden:

2e rijtje 

He went to school Yesterday. 

Ontkennende zin

Regelmatige werkwoorden en

Onregelmatige werkwoorden:

did + not + heel ww:

He did not walk to school yesterday.

He did not go to school yesterday. 

didn't walk of didn't go

Vraagzin

Regelmatige werkwoorden en Onregelmatige werkwoorden:

did + heel ww + ?

Did he walk to school yesterday?

Did he go to France last year?

Klopt! 

Klopt niet! 

Een (+) Past Simple eindigt altijd op -ed

Je gebruikt de Past Simple voor dingen die altijd waar zijn. 

Je ontkent een Past Simple door didn't plus het hele werkwoord te gebruiken 

Past Simple gaat om een specifiek moment in het verleden.

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?

1. Hele ww+ ed
2. vorm van to be + hele ww + ing
3. Irregular verb 2e rijtje
4. ww + s

Past Simple:

Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?

1. Tomorrow, next week, in 2025,
2. Last month, yesterday, a month ago, in 2022
3. Today, now,
4. again, always, constantly

Past Simple
Yesterday I ... (to visit) my parents.

1. visited
2. went to visit
3. was visiting
4. have visited

Past Simple
Last night I ... (to smile) at my dog.

1. went smiling
2. smiled
3. was smiling
4. smilled

PAST CONTINUOUS

Gebruik je voor iets dat in het verleden aan de gang was of wat je toen aan het doen was.

Signaalwoorden:

when en while

We were eating when the phone rang. 

Bevestigende zin

was of were + ww + ing

was -> I/he/she/it

were -> you/we/they

He was walking to school when it started raining.

We were watching tv.

Ontkennende zin

was/were + not + ww + ing

of

wasn't/weren't + ww + ing

We weren't listening so the teacher warned us.

Vraagzin

was/were + ww + ing +?

Were you listening to the radio?

Was he talking about his favorite player when he scored?

Past continuous:

Wat is de regel van de past continuous?

1. hele ww + ed of irregular verb
2. was/were + hele ww + ing
3. vorm van to be + hele ww +ing
4. have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Past continuous:

Wat geef je aan met de past continuous?

1. Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
2. Iets dat NU aan de gang is.
3. Iets dat is gebeurde in het verleden.
4. Iets dat bezig was in het verleden

... it ... (rain) when you left for school?

1. was rained
2. were raining
3. was raining
4. were rained

Past Continuous
My father _______ (paint) the house when I ______ (come) home.

1. painted, came
2. was painting, came
3. painted, was coming

PRESENT PERFECT

Gebruik je voor dingen 

• die in het verleden begonnen zijn en nog steeds doorgaan/waarvan het resultaat zichtbaar is. 
• waarvan het onbelangrijk is wanneer iets is gebeurd
• iets dat nog maar net of nog niet gebeurd is
• 
  

Signaalwoorden (fyne jas)

for

yet

never

ever

just

already

since 

ook: lately, recently

Bevestigende zin

Regelmatige werkwoorden:

have/has + ww + ed

I have just talked to her.

 

Onregelmatige werkwoorden:

have/has + 3e rijtje

I have just seen him. 

Vraagzin

Regelmatige werkwoorden:

have/has + ww + ed + ?

Have you already finished your homework? 

Onregelmatige werkwoorden:

have/has + 3e rijtje + ?

Have we just met the president of the United States? 

Ontkennende zin

Regelmatige werkwoorden

have/has + not + ww + ed

hasn't/haven't

She has not danced since April.

Onregelmatige werkwoorden:

have/has + not + 3e rijtje

They have not spoken since this morning.

Present perfect:
Wanneer gebruik je de present perfect?

1. als het al afgelopen is en je hebt te maken met de gevolgen
2. weet het niet
3. wanneer het nog moet gaan gebeuren
4. dat gebeurt nu

Wanneer gebruik je de present perfect?

1. het is in het verleden gebeurd en niet belangrijk wanneer.
2. bij feiten, gewoontes en regelmaat.
3. wanneer het nog moet gaan gebeuren.
4. als het nu gebeurt.

Wat is de regel van de present perfect?

1. ww+ - ed
2. have/has + voltooid deelwoord (+ed)
3. vorm van to be + ww+-ing
4. have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Beantwoord de vraag in present perfect.
Have you ever met George?

1. I'd rather not meet with him.
2. I will meet him soon.
3. I am meeting him today.
4. I've never met him.

Welke vraag staat in de present perfect:

1. Did you seen him yesterday?
2. Do you see him on a regular basis?
3. Have you seen him lately?

Extra oefenen met deze tijden

Past simple: https://engelsklaslokaal.nl/oefenen-met-grammatica/oefenen-met-1-tijd/simple-past/

Past Continuous: https://engelsklaslokaal.nl/oefenen-met-grammatica/oefenen-met-1-tijd/past-continuous/

Present perfect: https://engelsklaslokaal.nl/oefenen-met-grammatica/oefenen-met-1-tijd/present-perfect/ 

Past simple vs. Past continuous

past simple vs. past continuous https://engelsklaslokaal.nl/oefenen-met-grammatica/oefenen-met-2-tijden/simple-past-past-continuous/

Present perfect or Past Simple

https://www.youtube.com/watch?v=nr8hAcToBQM

https://engelsklaslokaal.nl/oefenen-met-grammatica/oefenen-met-1-tijd/past-continuous/