Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
De Middeleeuwen
5.2 Werken in de stad
Pak je werkboek, leerboek en laptop (gesloten!)
Slide 1 - Diapositive
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Diapositive
Programma vandaag
5.2 Werken in de stad uitleg
Maken opdrachten
Groepsopdracht
Afsluiting + leerdoelen herhalen
Slide 3 - Diapositive
Leerdoel
Waarvan leefden de mensen in de stad?
Slide 4 - Diapositive
Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen.
Slide 5 - Quiz
Steden ontstaan
Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster
Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten
Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.
Slide 6 - Diapositive
Steeds meer handel
Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op
Overschotten worden verkocht of geruild op markten
Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel
Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid
Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.
Slide 7 - Diapositive
Werken in een gilde (met de hand gemaakt)
Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten
Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker
Slide 8 - Diapositive
Lid worden van een Gilde
Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.
Hiervoor moet je eerst meester worden:
Je begon al erg jong als leerling;
Daarna werd je gezel;
En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Een voorbeeld van een meesterproef.
Om meester te worden moest een poort worden gemetseld.
Slide 11 - Diapositive
Wat is een gilde?
A
een samenwerking van mensen in de kerk
B
een speciaal soort zwaard
C
Het maken van een hoef voor een paard
D
Een groep mensen met hetzelfde ambacht, vak of beroep
Slide 12 - Quiz
Als je goed genoeg was, moest je de ???? afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.
Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling
Slide 13 - Quiz
Welk gilde deed wat bij de bouw van een kathedraal?
Hiernaast zie je een afbeelding over de bouw van een kathedraal. Welk gilde doet wat bij deze bouw?
metselaars
glasblazers
klokkenmakers
beeldhouwers
Slide 14 - Question de remorquage
Herken jij het juiste gilde?
Sleep het juist beroep naar de juiste afbeelding
Schoenmakers-gilde
Slagers-gilde
Bakkers-gilde
Kleermakers-gilde
Slide 15 - Question de remorquage
Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
De Hanze
De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.
Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen.
Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.
Slide 17 - Diapositive
Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze.
Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Wat is de Hanze?
A
Samenwerking tussen handelaren.
B
Een middeleeuwse stad
C
Samenwerking tussen heren.
D
Vaarroute
Slide 20 - Quiz
De Hanzesteden zijn een groot netwerk op het gebied van handel. wat is een voordeel van de Hanze?
A
Geen tol voor andere Hanzesteden.
B
De Hanze steden werken samen
C
samen reizen voor veiligheid
D
De hanze heeft geen voordelen
Slide 21 - Quiz
Maakwerk (LAPTOP DICHT!)
Je hebt de keuze om stil aan het werk te gaan, of een verlengde uitleg te krijgen (samen met Mevr. Kleingeld de opdrachten maken)
Doe je werkboek open op pagina 97 en je leerboek open op pagina 74. Lees eerst de tekst voordat je de opdrachten maakt.
Maken opdracht 2, 4, 5, 8. Geef volledige antwoorden.
Ben je klaar? Maak dan nog het maakwerk af van afgelopen weken, leer de begrippen, maak een samenvatting of help je buurman/buurvrouw met het beantwoorden van de vragen/kijk samen of je dezelfde antwoorden hebt.
Slide 22 - Diapositive
Samenwerkingsopdracht
We bekijken samen de opdracht die in magister staat.