2.3 Spieren

Hoofdstuk 2.3 spieren
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2.3 spieren

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. Terugblik: Gewrichten.
  2. Lesdoel: Spieren
  3. Uitleg 
  4. Aan de slag
  5. Evalueren

Slide 2 - Diapositive

Terugblik: 2,2 botten bewegen.


  • Welke 3 soorten type gewrichten hebben wij?
  • Henk heeft geen kraakbeenverbindingen in zijn borstkas, wat kan hij daardoor niet goed?

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel:


  • Aan het einde van de les kunnen jullie aan elkaar uitleggen hoe spieren zijn opgebouwd.
  • Aan het einde van de les kun je aan je buurman uitleggen wat antagonisten zijn.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

De opbouw van de spier van de bouwvakker.


  1. De pees (aan het bot).
  2. De spier.
  3. De spierbundels.
  4. De spiervezels.



Een spier is eigenlijk weefsel dat bestaat uit cellen die kunnen samentrekken en ontspannen, waardoor beweging mogelijk is. Leg je hand maar op je spierbal en span je spier aan.

Slide 6 - Diapositive

antagonisten
Antagonisten: spieren die samenwerken aan een tegengestelde beweging

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag:


  • Tekstboek vanaf bladzijde 42.
  • Maken opdracht 1-10 in je werkboek.
  • Ben je klaar? Hoofdstuk 2,3 afmaken.

Slide 8 - Diapositive

Hoofdstuk 2.3 spieren

Slide 9 - Diapositive

Programma
  1. Terugblik: Gewrichten.
  2. Lesdoel: Spieren
  3. Uitleg 
  4. Aan de slag
  5. Evalueren

Slide 10 - Diapositive

Terugblik: Een graafmachine en een sterke man.

1. Een graafmachine op de bouw kan hele grote kuilen graven.
   Benzine, hydraulische druk, olie, stroom.


2. Een sterke bouwvakker kan ook een hele diepe kuil graven.


Wat gebruikt deze bouwvakker allemaal in zijn lichaam?
Vergelijk met je buurman in stilte!

Slide 11 - Diapositive

De opbouw van de spier van de bouwvakker.


  1. De pees (aan het bot).
  2. De spier.
  3. De spierbundels.
  4. De spiervezels.



Een spier is eigenlijk weefsel dat bestaat uit cellen die kunnen samentrekken en ontspannen, waardoor beweging mogelijk is. Leg je hand maar op je spierbal en span je spier aan.

Slide 12 - Diapositive

Wat zijn antagonisten?

Slide 13 - Diapositive

antagonisten
Antagonisten: spieren die samenwerken aan een tegengestelde beweging

Slide 14 - Diapositive

Ook in je slokdarm zitten spieren.





1. Waarom kan je eventueel onderste boven eten en drinken?

Slide 15 - Diapositive

Hoe word onze voedsel brei voortbewogen in ons lichaam?
  • Je slokdarm maakt een peristaltische beweging.

  • Peristaltische beweging is een knijpende beweging van onze darmen.

  • De voedsel brei word naar beneden geduwd. 

  • Hierdoor zouden wij ook ondersteboven kunnen eten en drinken.

Slide 16 - Diapositive

Peristaltische bewegingen

Slide 17 - Diapositive

peristaltische bewegingen

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag:

  • Tekstboek vanaf bladzijde 42.
  • Maken opdracht 1-17 in je werkboek.


  • Ben je klaar? Hoofdstuk 2,3 afmaken.
  • Daarna? maak een mind-map over alle typen gewrichten en de onderdelen van een spier.

Slide 19 - Diapositive

Hoe noem je spieren met een tegenovergestelde werking?
A
Dijbeenspieren
B
Antagonisten
C
Spierballen
D
Prokaryoten

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Opbouw spier

Slide 22 - Diapositive