H3 waarnemen 3.2 Zien

H3 Waarnemen 
De grote hersenen kunnen je waarnemingen beïnvloeden.



Je waarnemingen zijn niet goed verwerkt. 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H3 Waarnemen 
De grote hersenen kunnen je waarnemingen beïnvloeden.



Je waarnemingen zijn niet goed verwerkt. 

Slide 1 - Diapositive

H3 Waarnemen
Weten we het nog? 6 vragen van vorige les
Leerdoelen
Opgavens

Slide 2 - Diapositive

Iris
Pupil
Oogwit

Slide 3 - Question de remorquage

Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies

Vangt lichtprikkels op
beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft

Slide 4 - Question de remorquage

Wat is de functie van de
wenkbrauwen?
A
Vocht verspreiden
B
Zweet of vocht langs de ogen laten lopen
C
Zweet of vocht in de ogen laten lopen
D
Traanvocht produceren

Slide 5 - Quiz

de kegeltjes in het netvlies zijn voor
A
beeldvorming
B
kleuren zien
C
scherpte van het beeld
D
zwart/wit zien

Slide 6 - Quiz

Wat is de prikkel van staafjes?
A
geluid
B
licht
C
smaakstoffen
D
geurstoffen

Slide 7 - Quiz

Een prikkel komt binnen bij de zintuigen
De prikkels worden omgezet in impulsen en via de zenuwen weggestuurd
De impulsen komen aan en er is waarneming. Een beslissing wordt gemaakt.
Impulsen gaan terug naar de spieren.
De armspieren trekken samen.

Slide 8 - Question de remorquage

3.2 Zien 
Aan het eind van de les weet je.....
  • Hoe je ogen genoeg licht krijgen. 
  • Hoe je scherp kan zien 
  • wanneer je een bril nodig hebt
  • Hoe je diepte kan zien 

Slide 9 - Diapositive

Pupilreflex
Licht valt door de pupil.

De pupil regelt hoeveel licht op het netvlies valt

Veel licht: Kringspieren trekken samen > pupil wordt kleiner
Weinig licht: Lengtespieren trekken samen > pupil wordt groter




Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

de lens
Als de lens bol is kan je dichtbij scherp zien

Als de lens plat is kan je veraf scherp zien

Accommoderen = scherpstellen
Dit gebeurt door kringspier die om de lens heen zit: straallichaam

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Wanneer heb je een bril nodig?
-

Als je niet scherpt kunt zien doordat
  • je je ooglens niet goed platter of boller kunt maken
  • de vorm van je oogbol is niet goed

Verziend > bolle lenzen
Bijziend > holle lenzen

Slide 15 - Diapositive

Hoe zie je diepte?

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Huiswerk 

  • lees blz. 71 t/m 73
  • maak 17 t/m 21 + 23 t/m 33


    Slide 18 - Diapositive