3Ha/b week 21

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gomez
Martes, 28 de Mayo de 2023
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gomez
Martes, 28 de Mayo de 2023

Slide 1 - Diapositive

Las reglas de salón de clases/ Huisregels
  1. Bij binnenkomst spullen op tafel: Boeken, pen en schrift.
  2. Geen mobieltjes in de klas.
  3. Als ik praat, zijn jullie stil.
  4. Steek je hand op als je iets wilt zeggen.
  5. Niet aan elkaar of elkaars spullen zitten.

Slide 2 - Diapositive

¿Qué vamos a hacer hoy? 
(Wat gaan wij vandaag doen?)
GEKOZEN VAK
1. Capítulo 5: El dinero viene y va
Bron A
Bron D







.


Slide 3 - Diapositive

Objetivos (Leerdoelen)
Na deze les kun/ken je...
- … het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp gebruiken.
-... over kleden, kleuren en accesoires praten
-...iets over Bilbao vertelen.

Slide 4 - Diapositive

Hola, ¿Cómo estás hoy?
Estoy bien
¡Estupendo!
Más o menos
Cansado
Tengo hambre
No muy bien :/
Tengo sueño
Tengo sed
Quiero vacaciones
Quiero aprender español

Slide 5 - Sondage

Wat heb ik vorige week geleerd?

Slide 6 - Carte mentale

El médico
el dolor
sano
¡Qué te mejores!
El cuerpo
La fiebre
Me duele(n)...
La cabeza
¿Qué te pasa?
Me siento...
Te sientes
de dokter
het lichaam
Jij voelt je
ik voel me
de pijn
Wat is er aan de hand?
de koorts
het hoofd
beterschap
gezond
Mij doet / doen pijn....

Slide 7 - Question de remorquage

De voornaamwoorden die horen bij een complemento indirecto zijn...
A
me, te, se, nos, os, se
B
me, te, le, nos, vos, les
C
me, te, le, nos, os, se
D
me, te, le, nos, os, les

Slide 8 - Quiz

¿Cuáles son los pronombres personales de complemento indirecto?

Me = (aan) mij
Te = (aan) jou
Le = (aan) hem/haar/u enkelvoud
Nos = (aan) ons
Os = (aan) jullie
Les = hun (aan hen)/ u meervoud 
*Aan denk je erbij, maar schrijf je er niet bij

Slide 9 - Diapositive

Het juiste voornaamwoord die horen bij de complemento indirecto hieronder is:

Ik koop (comprar) een boek voor haar.
____ compro un libro.

A
Le compro un libro
B
Te compro un libro
C
Os compro un libro
D
Nos compro un libro

Slide 10 - Quiz

Capítulo 5: El dinero va y viene

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Cap. 5: El dinero viene y va
Instrucciones:

1. Leer Texto.
2. Ejercicio 1 (a,b,c,d)  - Werkboek Hoofdstuk 5



timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Bilbao se encuentra en:
A
El país Vasco
B
Cataluña
C
Andalucía
D
Zaragoza

Slide 14 - Quiz

En Bilbao se hablan dos idiomas: ___________, ___________.
A
Español y Holandés
B
Español y Francés
C
Español y Euskera
D
Español y Portugués

Slide 15 - Quiz

El museo más famoso de Bilbao se llama:
A
Van Gogh
B
Prada
C
Hermitage
D
Guggenheim

Slide 16 - Quiz

La ropa

Slide 17 - Diapositive

Vocabulario
 Vocabulario: 
La ropa, accesorios y colores

Oefenen:
Hoofdstuk 5 
Ejercicio 2 ( a, b)
Ejercicio 4 (a, b)


timer
5:00

Slide 18 - Diapositive

Vocabulario

Slide 19 - Diapositive

Complemento directo

Slide 20 - Diapositive

El complemento directo
Lo                                          mannelijk enkelvoud

La                                          vrouwelijk enkelvoud 

Los                                       mannelijk meervoud

Las                                        vrouwelijk meervoud

Slide 21 - Diapositive

El complemento directo

Slide 22 - Diapositive

Toets - 06 de Junio
            
 SO H4 bron D, E, 
voc. 4.4 en H5 bron D

Slide 23 - Diapositive

Complemento directo

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

El complemento directo
Lo                                          mannelijk enkelvoud

La                                          vrouwelijk enkelvoud 

Los                                       mannelijk meervoud

Las                                        vrouwelijk meervoud

Slide 26 - Diapositive

El complemento directo

Slide 27 - Diapositive

#Fluisteren
  • Maak de opdracht 14.
  • Extra opdracht 


Slide 28 - Diapositive

Leerdoel: ik weet hoe je het lijdend en meewerkend voorwerp kunt vinden in een zin
No

Slide 29 - Sondage

¡Hasta la próxima clase!

Slide 30 - Diapositive