mbo 4 hoofdstuk 17 - 2 Afstand, tijd en snelheid

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het eind van de les
  • begrijp je hoe je verhoudingen kan gebruiken als hij rekent met snelheid in eenvoudige situaties.
  • kan je de afstand berekenen als tijd en snelheid gegeven zijn.
  • kan je de tijd berekenen als de afstand en snelheid gegeven zijn.
  • begrijp je voor simpele situaties welk deel van een uur een gegeven aantal minuten is. Ken je bijvoorbeeld dat 30 minuten een half uur, 15 minuten een kwart uur en 20 minuten een derde uur.
  • kan je rekenen met eenvoudige delen van een uur.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Slide 13 - Question ouverte

10 minuten is 1/6 deel van een uur.
In 10 minuten lopen ze dus 9 km/u × 1/6 uur = 1,5 km


Slide 14 - Question ouverte

Je kan hier een formule gebruiken:
tijd = afstand ÷ snelheid = 25 km ÷ 21 km/u = 1,19.. uur
Dat is 1,19.. × 60 minuten ≈ 71 minuten


Slide 15 - Question ouverte

350 meter = 0,35 km
Dat is 0,35/36 deel van de afstand die je in één uur aflegt.
1 uur = 60 × 60 seconden = 3600 seconden
0,35 ÷ 36 × 3600 seconden = 35 seconden