H5.2 Gemiddelde snelheid

5.2 gemiddelde snelheid
1. herhalen 5.1
2. leerdoelen 5.2
3. uitleg 5.2
4. aan de slag
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

5.2 gemiddelde snelheid
1. herhalen 5.1
2. leerdoelen 5.2
3. uitleg 5.2
4. aan de slag

Slide 1 - Diapositive

wat is de eenheid van snelheid
A
m
B
s
C
m/s
D
t/r

Slide 2 - Quiz

Kan je ook km/s gebruiken of m/u
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

Snelheid omrekenen

Slide 4 - Diapositive

Wanneer je snelheden wilt omrekenen, gebruik je het getal 3,6. Sleep de getallen op de juiste plek.
Km/h
m/s
108 km/u
20 m/s
14.4 km/u
12.6 km/ u
35 m/s
mogelijke antwoorden:
_______ m/s
____ km/u
_____ m/s
____ km/u
______ m/s
25
5
18
1.8
3
72
4
126
3,5
30

Slide 5 - Question de remorquage

5.2 leerdoelen
1. je kan de gemiddelde snelheid berekenen
2. je kan de afstand berekenen als je de tijd en snelheid weet
3. je kan de tijd berekenen als je de tijd en snelheid weet. 


Slide 6 - Diapositive

Wat is de formule om snelheid te berekenen?
A
afstand x tijd
B
tijd x afstand
C
afstand : tijd
D
tijd : afstand

Slide 7 - Quiz

Gemiddelde snelheid
Kan je dus berekenen met de volgende informatie. 
Als je de afstand weet
en als je de tijd weet. 

Met deze stukken informatie kan je dus de gemiddelde snelheid berekenen
Gemiddelde snelheid = afstand : tijd

Slide 8 - Diapositive

Gebruik de volgende informatie en bereken de gemiddelde snelheid.
je rijdt 1 uur buiten de stad
daarna 0.5 uur in de stad

je legt 32 km af. Wat is de snelheid

Slide 9 - Question ouverte

Gebruik de volgende informatie en bereken de gemiddelde snelheid.
je fietst 1 uur buiten de stad
daarna 0.5 uur in de stad
De gehele afstand was 32km

Afstand = 32 kilometer
tijd = 1,5 uur. 
gemiddelde snelheid = afstand : tijd
32: 1,5 = 21,3 km/h

Slide 10 - Diapositive

Afstand berekenen
Wanneer je de tijd en snelheid weet kan je ook de afstand berekenen. 
De formule is dan als volgt. 

afstand= snelheid x tijd

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld
Een auto rijd met ongeveer 70 km/h van punt A naar punt B. 
Hij vertrekt om 14:30 en komt om 15:00 aan. 

Afstand = snelheid x tijd
snelheid=
tijd=
afstand = _______ x _______=_________

Slide 12 - Diapositive

de trein vertrekt om 11:00 en komt aan om 12:30. De snelheid van de trein is gemiddeld 100 km/u. Welke afstand heeft de trein afgelegd.

Slide 13 - Question ouverte

Een atleet loopt een rondje van 80 minuten met een gemiddelde snelheid van 14 km/h. Hoe groot is de afstand die hij gelopen heeft? Vul je hele berekening in.

Slide 14 - Question ouverte

Tijd berekenen
Wanneer je de afstand en snelheid weet kan je ook de tijd berekenen.
De formule is dan als volgt.
tijd= afstand / snelheid

tijd in uur / seconden
afstand in meter / kilometer
Snelheid in m/s of km/h

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld
Een trein moet een afstand van 400 kilomter rijden. De trein rijdt met een gemiddelde snelheid van 80 km/h. Hoe lang is de trein onderweg?
tijd= afstand / snelheid
afstand=_______
Snelheid=__________
tijd=________/__________=_________

Slide 16 - Diapositive

Ammar is een pakketbezorger. Hij moet 120 pakketjes bezorgen. zijn route is 153 kilometer lang. Zijn gemiddelde snelheid is 18km/h. Hoe lang is ammar onderweg?
Geef de gehele berekening en eenheid

Slide 17 - Question ouverte

Huiswerk
Maak: paragraaf 5.2 opdracht 1 t/m 9
+ flitskaarten
+  test jezelf


Slide 18 - Diapositive