P2 NN H2 Leestekens klas 2

Welkom
Telefoon in de koffer
Jas aan de kapstok
Neem plaats.

Op tafel: Laptop, leesboek
en agenda. 
Tas: Op de grond
timer
5:00
Socialiseren
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Telefoon in de koffer
Jas aan de kapstok
Neem plaats.

Op tafel: Laptop, leesboek
en agenda. 
Tas: Op de grond
timer
5:00
Socialiseren

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
  • Lezen in eigen boek
  • Praten over je boek
  • Korte instructie
  • zelfstandig werken
  • Evaluatie 

Slide 2 - Diapositive

ZL 
Lekker lezen!
timer
8:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Lesdoel:
Aan het eind van de les weet jij wanneer je hoofdletters moet schrijven en kan jij leestekens goed gebruiken.

Slide 5 - Diapositive

Instructie leestekens
Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt, een vraagteken (als het een vraag is) of een uitroepteken (als het een zin met veel nadruk is).

Slide 6 - Diapositive

Wanneer gebruik je hoofdletters?
  • Aan het begin van iedere zin.
  • Begint de zin met 's, verschuift de hoofdletter:        's Morgens ben ik vrolijk. 
  •   Bij namen
  • Bij woorden die van namen zijn gemaakt.
LET OP: namen van weekdagen, maanden en seizoenen worden niet met een hoofdletter geschreven!!

Slide 7 - Diapositive

Komma's
Naast punten, vraagtekens en uitroeptekens, gebruiken we ook komma's in zinnen. Dit doen we zodat een tekst makkelijker te lezen is. 
Wanneer moet je nu een komma zetten? 

Slide 8 - Diapositive

Komma's
  • In een zin met twee persoonsvormen naast elkaar.                    – Als jij de hond uitlaat, zet ik thee.
  • Voor voegwoorden zoals: omdat, maar, terwijl, zodat, nadat, toen, want, voordat.  Let op: bij het voegwoord 'en' gebruik je geen komma.                                                                                                  – 'Ik wil graag naar Noorwegen op vakantie, omdat daar fjorden zijn'. -'De hond rent naar buiten en springt omhoog.' 




Slide 9 - Diapositive

Komma's 
  • Tussen de delen van een opsomming (behalve voor het woord en):

     – 'Ik kocht nieuwe schoenen, een pet, een trui en drie paar                 sokken.'

Slide 10 - Diapositive

ZW
Jullie gaan zelfstandig aan het werk met hoofdstuk 2, 'Hoofletters en leestekens."  Opdracht 1, 2 en 3 moeten deze les af zijn.
timer
20:00
fluisteren

Slide 11 - Diapositive

Evaluatie
Wat ging goed?
Wat ging nog niet zo goed?
Heb je alle opdrachten af kunnen krijgen en scoorde je boven de 60%?

Slide 12 - Diapositive