bsr 15/10 2ha Spelling §11 persoonsvormen in samengestelde zinnen
Lees scene 7 (blz. 69-76).
Open je boek op blz. 262-263 (havo) of blz. 264-265 (vwo). Log alvast in op LessonUp.
§11 De spelling van de persoonsvorm in samengestelde zinnen
Voordat we beginnen:
2(A)HA
SPELLING
CURSUS 7:
w
werkwoord-
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Lees scene 7 (blz. 69-76).
Open je boek op blz. 262-263 (havo) of blz. 264-265 (vwo). Log alvast in op LessonUp.
§11 De spelling van de persoonsvorm in samengestelde zinnen
Voordat we beginnen:
2(A)HA
SPELLING
CURSUS 7:
w
werkwoord-
Slide 1 - Diapositive
Je herkent het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin is.
Je weet wat hoe je de persoonsvorm in samengestelde zinnen moet spellen.
Lesdoelen
Slide 2 - Diapositive
Bespreken: Mini SO
R
2p
(1p) Leg uit op welke manier je Engelse werkwoorden in de verleden en het voltooid deelwoord correct spelt. Noem ook een voorbeeld.
T1
2p
(1p) Rogier ... (joggen) iedere avond even een half uurtje.
(1p) Ik ... (paintballen) vorige week wel drie keer!
T2
2p
(1p) Tot hoe laat heb je gisteravond ... (gamen)?
(1p) Ik vind dat er tijdens de bruiloft veel te lang werd … (speechen).
I
2p
(2p) De leerlingen chatten de hele middag met elkaar.
Leg uit waarom bovenstaande zin twee betekenissen heeft.
Slide 3 - Diapositive
K (1p) Leg uit op welke manier je Engelse werkwoorden in de verleden en het voltooid deelwoord correct spelt. Noem ook een voorbeeld.
Slide 4 - Question ouverte
T1 (1p) Rogier ... (joggen) iedere avond even een half uurtje. (1p) Ik ... (paintballen) vorige week wel drie keer!
Slide 5 - Question ouverte
T2 (1p) Tot hoe laat heb je gisteravond ... (gamen)? (1p) Ik vind dat er tijdens de bruiloft veel te lang werd … (speechen).
Slide 6 - Question ouverte
I (2p) De leerlingen chatten de hele middag met elkaar.
Leg uit waarom bovenstaande zin twee betekenissen heeft.
Slide 7 - Question ouverte
Planning tot de herfstvakantie
Maandag 14-10
dinsdag
15-10
donderdag 17-10
maandag 21-10
dinsdag 22-10
donderdag 24-10
§9 Herhaling leerjaar 1 afmaken
+
§10 De spelling van Engelse leen(werk)-woorden
§11 Persoons-vorm in een samen-gestelde zin
§11 Persoons-vorm in een samengestelde zin.
Oefenen en vragen stellen voor de toets.
*In kaart hebben welke doelen je al hebt behaald.
Toets over Cursus 7: Spelling.
Techniek tastbaar
Slide 8 - Diapositive
Startopdracht
Wat?
Lees de theorie op blz. 262 en maak opdracht 1 op blz. 262.
Klaar? Werk alvast verder aan de rest van paragraaf 11.
Hoe?
Zelfstandig in stilte.
Hulp
Brein, Boek, Buur, Bureau.
Tijd
Timer
Klaar?
Keuze 1: Ik begrijp het goed: ga zelfstandig aan het werk.
Keuze 2: Ik vind het nog lastig: doe mee met de instructie.
timer
10:00
Binnen is beginnen!
Binnen is beginnen!
Ga op je plek zitten,
Pak je laptop/iPad voor,
Ga naar lessonup en accepteer de uitnodiging,
Doe de startopdracht
Slide 9 - Diapositive
Samengestelde zinnen
Er zijn zinnen met één persoonsvorm (enkelvoudige zinnen) en zinnen met meerdere persoonsvormen (samengestelde zinnen).
Terwijl ik op de bus wachtte, luisterde ik naar muziek op mijn telefoon.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Samengestelde zinnen
Stel vast hoe veel werkwoorden er in de zin staan.
Verander alle werkwoorden van tijd.
De werkwoorden die van tijd kunnen veranderen, zijn de persoonsvormen. De andere werkwoorden zijn inf, od of vd.
De Big-Bazar heeft besloten de strijd opte geven, omdat de winkelketen geen extra tijd krijgt.
De Big-Bazar had besloten de strijd op te geven, omdat de winkelketen geen extra tijd kreeg.
Zo vind je de persoonsvorm in
Slide 12 - Diapositive
Wat is een voorbeeld van een samengestelde zin?
A
Ik wil nog blijven, maar het mag niet van mijn moeder.
B
Ik wil graag naar huis toe lopen.
C
Wij gaan op de fiets naar school of ik rij met mijn moeder mee.
D
De school had door corona veel lesuitval.
Slide 13 - Quiz
Wat is de samengestelde zin?
A
Totdat de uitslag bekend is, kijken we televisie.
B
Gisteren ging ik naar de kermis in het centrum.
C
Ik het fietsenhok staan veel kapotte fietsen.
D
Hebben alle kinderen het verkeersexamen gehaald?
Slide 14 - Quiz
Vul de juiste spelling van de werkwoord in: De door Marcel ... (maken) grappen worden door Gijs ... (noteren).
Slide 15 - Question ouverte
De ... (inspireren) gids ... (vertellen) vorige week over de geschiedenis van het gebouw.
Slide 16 - Question ouverte
Tijdens het schoolreisje ... (slenteren) Jesper ... (mopperen) achter de rest van zijn klasgenoten aan.
Slide 17 - Question ouverte
Uitlegfilmpje!
Slide 18 - Diapositive
Maken:
Verdieping:
Volgende les(sen):
Opdracht 1 t/m 3 uit het boek.
Havo: blz. 262-263.
Vwo: blz. 264-265.
Zelfstandig of samen.
Beantwoord minstens drie van de verdiepingsvragen op de volgende slide.
Paragraaf 11:
Persoonsvormen in een samengestelde zin afronden.
Daarna een oefenles en een proefwerk over (werkwoord)spelling.
Cursus 7 Spelling, paragraaf 11 (blz. 262-263).
timer
10:00
Slide 19 - Diapositive
Onthouden: "Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin?" Leg uit en geef twee voorbeelden.
Begrijpen: "Hoe vind je de persoonsvormen in een samengestelde zin?" Leg uit en geef een voorbeeld.
Toepassen: "Maak twee samengestelde zinnen (één in de t.t. en één in de v.t.), waarin je twee persoonsvormen op de juiste manier spelt.''
Analyseren: Leg uit waarom je soms 'gelooft' en soms 'geloofd' schrijft. Maak bij beide woorden een voorbeeldzin.
Evalueren/creëren: "Bedenk een samengestelde zin in de verleden tijd, waarin je de persoonsvormen van de werkwoorden beginnen, wachten, en vragen gebruikt."
Kies drie verdiepingsvragen en werk deze uit.
Slide 20 - Diapositive
Wat gaat al goed in de cursus Spelling? Noteer de paragrafen.
Slide 21 - Question ouverte
Wat vindt je nog lastig aan het hoofdstuk Spelling? Noteer de paragrafen.
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
Je herkent het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin is.
Je weet wat hoe je de persoonsvorm in samengestelde zinnen moet spellen.