Grammar help

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Grammar help

Lees alles goed door en sla niet zomaar stukken over. 

Beter iets te veel gelezen, dan te weinig. 

Maak na elk stukje ook de vragen zo goed mogelijk. 

Onderdelen

1: past continuous 

2: past continuous + past simple

3: Modals

Past continuous

Hoe ziet het eruit?

was/were + ww+ing

(to dance:)

My sister was dancing to that song on the radio. 

Nu jij:
Katrina __________ (to read) a book for hours last night.

My friends _________ (to watch) a football match when I came in.

Past continuous

Belangrijk om te weten: 

was = I, she, he, it      *(Karen = she)

were = you, we, they     *(friends = they)

Bij werkwoorden die eindigen op een 'e', deze weghalen bij de ing-vorm. (dance = dancing, drive = driving)

Past continuous / past simple

Past continuous: langer bezig 

(past continuous = was walking, was calling, were leaving )

Past simple: Korte onderbreking / korte actie. 

(past simple = walked / called / left / made)

Wat is de korte actie?
Matt was doing his homework when I called.

1. doing homework
2. called

Wat is de korte actie?
Bob _____ (to work) on his project when his friends ____ (to wave) at him.

1. to work
2. to wave

Wat is goed?
Bob _____ (to work) on his project when his friends ____ (to wave) at him.

1. was working, waved
2. worked, were waving.

Carry ________ (to search) everywhere for her phone, when her mom _______ (to find) it.

1. was searching, found
2. searched, was finding

Modals

Wat zijn het? 

Hoe moet je het leren?

Hoe krijg je ze op de toets?

Modals, wat zijn het:

'makkelijke' werkwoorden: 

can, could, should, must, have to. 

Namelijk: can't, couldn't, shouldn't, mustn't

**doesn't have to 

Modals, hoe te leren:

Maak een schema voor jezelf, zoals we dat ook gedaan hebben in de les. Of leer het schema op de volgende pagina: 

Leren:

Iets kunnen/vragen: can

iets kunnen beleefd vragen/verleden tijd: could

Advies geven/vragen: should

moeten, regels of ouders/docenten/overheid: have to

Moeten als motivatie van de spreker in de zin zelf 

of heel sterk advies: must

Hoe op de toets?

oefenen: 

Hmm, if you ask me, I think you (should/could) help your mother with cooking.

Uitleg:

Hmm, if you ask me, I think you (should/could) help your mother with cooking. 

Should

Want het gaat hier om advies wat iemand geeft. 

'if you ask me' betekent: wat ik zou doen is ...

I (must/have to) be at the dentist at 2 o'clock this afternoon.

Uitleg:

I (must/have to) be at the dentist at 2 o'clock this afternoon. 

= Have to

Want je moet dat niet van jezelf, maar van de tandartspraktijk (en misschien je ouders). 

Vraag aan oudere buurvrouw:
(Can/Could) I please use your barbecue?

Uitleg:

Vraag aan oudere buurvrouw:

(Can/Could) I please use your barbecue? 

= Could

Tegen ouderen ben je natuurlijk altijd beleefd en gebruik je dus 'could'. 

Zo, dat was de grammar. 

Hopelijk weet je nu weer een beetje hoe het zit. 

Snap je het toch nog niet zo goed?

 Maak de opgaven uit het boek dan eventueel opnieuw en controleer jezelf met de kennis uit deze lessonUp. 

bijvoorbeeld p. 113, ex. 59 en p. 98 ex. 37c