Les 3 jongeren

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Les 3 jongeren

Lessen 

Hoofddoel: leerlingen kunnen verschillen en overeenkomsten in waarden en overtuigingen bespreken middels een klassengesprek

Inhoud:

• Les 1: socialisatie, aangeboren en aangeleerd gedrag
  
• Les 2: waarden en normen
  
• Les 3: uitleg klassengesprek
  
• Les 4: uitleg toets en voeren van een klassengesprek
  
• Les 5: voorbereiding toets
  
• Les 6 +7 toets

Doel van deze les

• De leerlingen kunnen het verschil tussen een feit en een mening uitleggen.
  
• De leerlingen onthouden welk soort vragen zij kunnen stellen aan een ander om zijn/haar mening te bevragen.
  
• De leerlingen bedenken en onthouden vijf regels die gelden tijdens een klassengesprek.
  
• De leerlingen begrijpen wat de volgorde van een klassengesprek is.

Huiswerk vorige keer

Huiswerk controle 

Nabespreken: opdracht 1, 2 pagina 33 en opdracht 1 pagina 43  

Waar gingen de vorige les over?

De vorige les

Aangeboren, aangeleerd gedrag 

Socialisatie, waarden, normen, cultuur (dominante- en subcultuur), diversiteit 

Kom terug op: Vraag bijvoorbeeld een voorbeeld te noemen van aangeleerd/aangeboren gedrag, let zelf kort iets uit en vraag bijvoorbeeld om een waarden te benoemen en een daarbij horende norm.

• Aangeboren/aangeleerd gedrag
• Socialisatie (wie/wat)
• Waarden en normen 
• Cultuur(verschillen); dominante- en subcultuur
• Diversiteit 

Wat is het verschil tussen
een feit en een mening?

Klassengesprek 

Om elkaar goed te begrijpen is het belangrijk dat je je eigen mening kunt uitleggen en goed naar elkaar luistert. 

Lees pagina 24 in het boek en vul de samenvatting in.

Laat de leerlingen pagina 24 erbij nemen en laat ze de samenvatting invullen.

Volgorde klassengesprek

1. Verdiep je in de stelling
2. Geef je mening en gebruik hierbij argumenten 
3.  Stel je klasgenoot vragen, zodat hun mening gehoord wordt
4. Luister naar elkaar en vat elkaars argumenten samen
5. Eén iemand (docent) schrijft alle argumenten en meningen op het bord
6. Vraag door als je een argument van een klasgenoot niet begrijpt
7. Schrijf op waarover je het eens én oneens bent
8. Evalueer het gesprek. Wat ging goed, wat kan beter?

Welke regels en afspraken maken we
over het klassengesprek?

5 regels samen uitkiezen

Welke 5 regels spreken we af?

Opschrijven als leerlingen hierover spreken.

Stelling: te laat komen kan niet

Geef een argument voor
óf tegen deze stelling.

Noem een voorbeeld stelling en vraag om te schrijven wat hun vinden + waarom.

Argumenten zijn redenen waarom iemand iets wel of niet vindt. Ze kunnen worden gebruikt om standpunten uit te leggen of tegen te spreken.  Argumenten hebben invloed op beslissingen die mensen nemen (om iets bijvoorbeeld wel/niet te doen). 

Wat zijn goede vragen
om door te vragen?

Stel open vragen, deze beginnen vaak met: wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe, hoe vaak.

Huiswerk 

Stelling:  te laat komen kan echt niet. 

Volgorde:

1. Verdiep je in de stelling  (waarom mag je wel/niet te laat komen, wat voor consequenties heeft het, werk/school/afspraken). 
2. Beslis of voor óf tegen deze stelling bent. En schrijf 2 argumenten op om deze mening uit te leggen (Zoek eventueel informatie op via internet). 
3. Schrijf twee open vragen op die je een ander kan stellen. 

Wat hebben we
deze les geleerd?