Vragen & Ontkenningen met was & were

Past simple
WAS / WERE
Verleden Tijd
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Past simple
WAS / WERE
Verleden Tijd

Slide 1 - Diapositive

Today
* review past simple
* new explanation
* listening
* independent work
* check work

Slide 2 - Diapositive

Welke letters plak je achter het werkwoord om de past simple te maken?

Slide 3 - Question ouverte

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 4 - Diapositive

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.
Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.

Het werkwoord 'to be' (zijn) kun je ook in de verleden tijd zetten: WAS & WERE.


Slide 5 - Diapositive

 was / were
I
you
he, she, it

we
you
they
was
were
was

were
were
were

Slide 6 - Diapositive

 Vraagzinnen 
was / were
I
you
he, she, it

we
you
they
was
were
was

were
were
were

Slide 7 - Diapositive

Je gebruikt de Past Simple als...
A
iets gebeurd is in de toekomst
B
iets iedere dag gebeurt
C
iets gebeurd is in het verleden en afgerond is
D
iets nog niet gebeurd is

Slide 8 - Quiz


..... you happy?
A
was
B
were
C
are

Slide 9 - Quiz


..... they sick?
A
was
B
were
C
are
D
is

Slide 10 - Quiz


..... I scared last night?
A
was
B
were
C
am
D
is

Slide 11 - Quiz


..... she angry at you?
A
was
B
were
C
is
D
are

Slide 12 - Quiz


We ..... on holiday 2 years ago.
A
was
B
were
C
am
D
are

Slide 13 - Quiz

 Ontkennende zinnen 
was not / were not
Ik was ziek.
Jullie waren thuis.
Zij waren op school.
Ik was niet ziek.
Jullie waren niet thuis.
Zij waren niet op school.
In het Nederlands voeg je het woordje niet of geen toe en de zin is ontkennend.

Slide 14 - Diapositive

 Ontkennende zinnen was / were
I
you
he, she, it

we
you
they
was not / wasn't
were not / weren't
was not / wasn't

were not / weren't
were not / weren't
were not / weren't

Slide 15 - Diapositive


We ..... at home yesterday
A
was not
B
were not
C
are not

Slide 16 - Quiz


My friend ..... a good student.
A
wasn't
B
weren't
C
isn't

Slide 17 - Quiz


The children ..... swimming in the pool.
A
wasn't
B
weren't
C
aren't
D
isn't

Slide 18 - Quiz


Albert Einstein ..... musician.
A
was not
B
were not
C
is not

Slide 19 - Quiz


Yesterday it ..... raining.
A
wasn't
B
weren't
C
isn't

Slide 20 - Quiz


..... this mobile a new one?

Slide 21 - Question ouverte

Past simple met 
was / were

Slide 22 - Diapositive