Week 36 Les 1 Taalverzorging 1 (h2)
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Benoem alle woordsoorten van onderstaande zin:
De buurman heeft mij zijn blauwe fiets geleend.
De buurman heeft mij zijn blauwe fiets geleend.
Slide 6 - Question ouverte
Ontleed deze zin volgens grammatica zinsdelen. Zet de strepen op de juiste plek, benoem de pv, het wwg, het ow en het lv.
De buurman heeft mij zijn blauwe fiets geleend.
De buurman heeft mij zijn blauwe fiets geleend.
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Bedenk een zin met een wederkerend voornaamwoord.
