So Thema 9 blok 1 en 2 K/T

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Welke zin is juist?

1. Het natuurlijk evenwicht kan niet door de mens worden verstoord.
2. Het natuurlijk evenwicht kan door de mens worden verstoord.
3. Het natuurlijk evenwicht bestaat niet.
4. Het natuurlijk evenwicht werkt in Nederland niet meer.

Er zijn drie soorten milieuproblemen. Bij welke soort hoort versnippering?

1. verstoring
2. aantasting
3. vervuiling
4. uitputting

In welke rij staan de onderdelen van de waterkringloop in de goede volgorde?

1. verdamping – neerslag – condensatie – terugstromen naar zee
2. condensatie – verdamping – neerslag – terugstromen naar zee
3. condensatie – neerslag – verdamping – terugstromen naar zee
4. verdamping – condensatie – neerslag – terugstromen naar zee

Wat is geen bron van luchtvervuiling?

1. een rioolwaterzuiveringsinstallatie
2. een landbouwbedrijf
3. een fabriek
4. het verkeer op een snelweg

Wanneer een snelweg door een natuurgebied wordt aangelegd, is er sprake van …

1. bodemerosie
2. vervuiling
3. uitputting
4. versnippering

Geluidsoverlast in een natuurgebied is een voorbeeld van …

1. verstoring
2. vervuiling
3. uitputting
4. versnippering

Brandstoffen die zijn ontstaan uit afgestorven planten en dieren noem je …

1. oneindige hulpbronnen
2. biologische hulpbronnen
3. fossiele brandstoffen
4. groene brandstoffen

Welke zin is juist?

1. Koolstofdioxide en waterdamp laten zonnestralen door en houden warmte vast.
2. Koolstofdioxide en waterdamp laten warmte door en houden zonnestralen vast.
3. Koolstofdioxide en waterdamp laten warmte en zonnestralen door.
4. Koolstofdioxide en waterdamp houden warmte en zonnestralen vast.

De meeste wetenschappers verwachten dat door het versterkte broeikaseffect …

1. de temperatuur op aarde gelijk zal blijven
2. de temperaratuur op aarde zal dalen
3. de temperatuur op aarde zal stijgen
4. de mensheid zal worden uitgeroeid

Wat werd er in de middeleeuwen niet gebruikt als energiebron?

1. spierkracht van mensen
2. spierkracht van dieren
3. wind- en watermolens
4. stoommachine

Stelling 1: Het landschap veranderde maar weinig in de middeleeuwen door ingrepen van de mens.
Stelling 2: De steden in de middeleeuwen konden in hun eigen energiebehoefte voorzien, zij hadden het omringende platteland daarvoor niet nodig.

1. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
2. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
3. Stelling 1 en 2 zijn beide juist.
4. Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist.

Welke zin is niet waar?

1. Nederland was duizend jaar geleden bedekt met veenmoerassen.
2. Veen bestaat uit resten van planten.
3. Als je turf laat drogen, krijg je veen.
4. Turf werd gebruikt als brandstof.

Welke zin gaat over de veenwinning in West-Nederland?

1. Het veen lag hier hoog.
2. Met een emmer aan een stok trok men het veen uit het moeras op het land.
3. Men groef kanalen om het gebied te ontwateren.
4. Waar het veen verdween, kwam zandgrond te voorschijn.

Bekijk bron 1.
Wat wordt op de tekening gemaakt?

1. ijzererts
2. kool
3. as
4. houtskool

Welke zin is waar? Om 1 kilo ijzer te maken …

1. is vooral veel ijzererts nodig
2. is veel houtskool nodig, en daar is weer erg veel hout voor nodig
3. is veel hout en ijzererts nodig
4. is steenkool nodig, men kon dat dus in de middeleeuwen nog niet

Welke zin is juist?

1. Steenkool is een fossiele brandstof.
2. Steenkool is een schone brandstof.
3. Steenkool wordt alleen gebruikt om ijzer te smelten.
4. Steenkool werd het eerst in Nederland gevonden.

In welke zin staan de verschillende energiebronnen in de juiste tijdsvolgorde?

1. hout – turf – steenkool – stoommachine
2. turf – hout – steenkool – stoommachine
3. turf – steenkool – hout – stoommachine
4. steenkool – turf – hout – stoommachine

Welke uitspraak over de Industriële Revolutie is juist?

1. De stoommachine van James Watt zorgde ervoor dat er met machines kon worden gewerkt.
2. Fabrikanten lieten stoommachines bouwen als er geen mensen waren die in de fabriek konden werken.
3. Vooral in gebieden met veel bossen werden fabrieken gebouwd.
4. Mensen gingen vanwege de luchtvervuiling niet in de buurt van de fabrieken wonen.

Wat waren gevolgen van de Industriële Revolutie (meer dan 1 antwoord goed)?

1. snelle groei van de steden
2. snellere communicatiemogelijkheden door trein, telegraaf en telefoon
3. afname van het aantal universiteiten
4. afname van de bevolking door slechte hygiënische omstandigheden in de steden

Rechts zie je een voorbeeld van een

1. Milieuprobleem
2. Watervervuiling
3. Kringloop
4. Oppervlaktewater

Rechts zie je:

1. Luchtvervuiling
2. Bodemvervuiling
3. Watervervuiling
4. Afval

Door versnippering wordt het leefgebied van dieren:

1. Rustiger
2. Groter
3. Drukker
4. Kleiner

Een ''Ecologische hoofdstructuur'' gaat over:

1. Natuurgebieden verbinden
2. Lichtvervuiling tegengaan
3. Geluidsoverlast tegengaan
4. Zorgen voor goede wegen

Bodemerosie ontstaat vaak door

1. Het boren naar olie
2. Het kappen van bomen

Welke stelling is JUIST!
Stelling 1: Milieu is de natuurlijke leefomgeving.

Stelling 2: Milieu heeft te maken met de relatie tussen water, bodem, lucht, mensen dieren planten en goederen.

1. Stelling 1 is juist de andere niet.
2. Stelling 2 juist de andere niet.
3. Beide stellingen zijn JUIST
4. Beide stellingen zijn ONJUIST

Wanneer iets sneller op gaat dan er bij komt (vis, olie, aardgas) noemen wij dit: je

1. Versnippering
2. Verstoring
3. Vervuiling
4. Uitputting

Zonder broeikasgassen is het -18 graden op aarde. Over welk effect gaat het hier?

1. broeikaseffect
2. klimaatverandering
3. natuurlijk broeikaseffect
4. versterkt broeikaseffect

Waardoor warmt de aarde nu extra op?

1. Het broeikaseffect
2. Het versterkte broeikaseffect
3. Global Warming
4. De aarde warmt helemaal niet extra op

Gedroogd veen heet...

1. steenkool
2. turf
3. houtskool

Wat was het nadeel van turfwinning?

1. Er kwamen nieuwe meren
2. Het veroorzaakte luchtvervuiling
3. Turf raakte snel op
4. Turf was duur

Kan steenkool opraken?

1. nee
2. ja

Wat zie je op het plaatje?

1. de schietspoel
2. de spinning jenny
3. Geen van de genoemde antwoorden is juist

Welke grondstof is belangrijk bij het gebruiken van een stoommachine?

1. Steenkool
2. Bruinkool
3. Bloemkool
4. Turf

warmte

broeikasgassen

warmte die ontsnapt

warmte in dampkring