Les 3: Aangeleerd of aangeboren?

Aangeboren of aangeleerd?
Blok 1 Gedrag 
§1.3 en 4

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Aangeboren of aangeleerd?
Blok 1 Gedrag 
§1.3 en 4

Slide 1 - Diapositive

Stof die we al behandeld hebben
  • Waarom gedrag onderzocht wordt
  • Welke methoden worden gebruikt
  • Problemen bij gedragsonderzoek


Slide 2 - Diapositive

Deze les
  • Sleutelprikkels en supernormale prikkels
  • 'Vreemd gedrag': tegenstrijdige prikkels
  • Hoe herken je of gedrag aangeboren of aangeleerd is?

Slide 3 - Diapositive

Bijzondere prikkels

Interne en externe prikkels spelen dus een rol bij welk gedrag een dier/ iemand vertoont.

Er zijn bijzondere prikkels die altijd bepaald gedrag oproepen:
  • sleutelprikkel
  • supernormale prikkel

Slide 4 - Diapositive

Gevoeligheid voor prikkels verschilt
Sommige prikkels zijn dus sterker dan anderen
  • sleutelprikkels: vaste respons
  • supernormale prikkels: extra sterke respons.


Slide 5 - Diapositive

'Raar' gedrag

Rituelen: gedragsketen is ritueel geworden, voor 'insiders'.

Symbolische betekenis

Er kan ook sprake zijn van tegenstrijdige prikkels.

Slide 6 - Diapositive

'Raar' gedrag
Conflictgedrag: reactie op tegenstrijdige prikkels.

3 soorten conflictgedrag:
Ambivalent gedrag
Omgericht gedrag
Overspronggedrag

Slide 7 - Diapositive

'Raar' gedrag
Bij ambivalent gedrag wissel je tussen twee tegenstrijdige gedragssystemen.

Kind dat schuilt graag bij ouders maar ook boos is als ze weg zijn geweest.

Hond zelfverzekerd (staart)
oren naar achter, laag zitten(onzeker)






Slide 8 - Diapositive

'Raar' gedrag
Bij omgericht gedrag uit agressie zich op iets of iemand die daar niks mee te maken heeft. 

Gooien met dingen tijdens een ruzie met iemand. 











Slide 9 - Diapositive

'Raar' gedrag
Bij overspronggedrag uit zich in gedragselementen die niet bij de situatie horen.

Het achter je oor krabben of wrijven over je kin bij het nadenken.












Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Een hond bijt bij het uitlaten steeds in zijn riem.
Dit is een voorbeeld van ...
A
Ambivalent gedrag
B
Omgericht gedrag
C
Overspronggedrag
D
Imponeergedrag

Slide 12 - Quiz

Twee katten verdedigen hun territoriumgrens.
De katten staan tegenover elkaar, beide gaan
niet weg. Vervolgens likken beide katten hun pootje.

Hoe noem je dit laatste gedrag?
A
Ambivalent gedrag
B
Omgericht gedrag
C
Overspronggedrag
D
Dreiggedrag

Slide 13 - Quiz

De docent klikt tijdens de uitleg met zijn pen. Dit is een voorbeeld van...
A
Ambivalent gedrag
B
Omgericht gedrag
C
Overspronggedrag
D
een irritante docent

Slide 14 - Quiz

Iemand wordt beledigd. Hij kan hier op verschillende manieren op reageren.

Bij welke manier is er sprake van omgericht gedrag?
A
Hij krabt zich op zijn hoofd.
B
Hij loopt weg.
C
Hij slaat erop los.
D
Hij slaat met zijn vuist op tafel.

Slide 15 - Quiz

Dit is een voorbeeld van..
A
Ambivalent gedrag
B
Omgericht gedrag
C
Overspronggedrag
D
Baltsgedrag

Slide 16 - Quiz

Even op een rijtje
Ambivalent gedrag is afwisseling tussen twee gedragssystemen.

Overspronggedrag eindigt met gedrag dat niet in de situatie past.

Omgericht gedrag, agressie richt zich op iets heel anders.


Slide 17 - Diapositive

Waar komt gedrag vandaan?

Aangeboren of aangeleerd

Schuld van je DNA of 
van je ouders?

Slide 18 - Diapositive

Aangeboren of aangeleerd?

Aangeboren gedrag is meestal onbewust gedrag: reflexen.

"overlevingsgedrag"

Slide 19 - Diapositive

Gedrags-verandering
Leerprocessen
  • gewenning
  • proefondervindelijk (trail-and-error)
  • inzicht
  • klassieke conditionering
  • operante conditionering
  • imitatie
  • inprenting

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo