3.4 Deel 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

3.4 Het Christendom in het Romeinse Rijk

Planning

• Herhalen
  
• Uitleg
  
• Quizje
  
• Zelfstandig aan het werk 
  

Herhalen

• Wat is het monotheïsme?
  
• Hoe ontstond het Christendom?
  
• Kenmerken van het Christelijke geloof?
  

Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de late oudheid ontwikkelde.

Ontwikkeling Christendom in Romeinse Rijk

• Romeinse bestuurders vonden Christendom ongevaarlijk
• Steeds meer mensen werden christen 
• Romeinse bestuurders veranderde van gedachte -->
• Christenen wilde Romeinse goden + keizer niet vereren -->
• Ze waren gevaar voor de eenheid --> 
• Christendom verboden, soms christenen vervolgd -->
• Keizer Nero tussen 54 en 68 n.C. 

Ontwikkeling Christendom in Romeinse Rijk

• Toch toename aantal christenen in 2e en 3e eeuw
• Kregen eigen organisatie --> Hadden eigen bestuurders, in elke stad 1. Belangrijkste in Rome --> De paus 
• Paus was leider kerk -->het geheel van alle gelovigen en hun bestuurders noemen (en het gebouw..)
• 313 n.C. keizer Constantijn stopt vervolgingen 
• Einde 4e eeuw keizer Theodosius --> Chr. = staatsgodsdienst 

Het verhaal van Jezus werd verspreid door...

1. Bijbel
2. Verhalen vertelt door volgelingen
3. Paulus van Tarsus
4. A,B en C zij goed

Het Christendom was extra aantrekkelijk voor...

1. Rijke mensen
2. Arme mensen

Het Christendom is

1. Polytheïstisch
2. Monotheïstisch

Romeinse bestuurders vonden de christenen ongevaarlijk tot dat...

1. er steeds meer christenen kwamen
2. christenen weigerde de keizer te vereren als een god
3. A en B zijn goed

Welke keizer vervolgde de christenen?

1. Constantijn
2. Theodosius
3. Nero

Welke keizer maakte van het Christendom een staatsgodsdienst?

1. Constantijn
2. Theodosius
3. Nero

In welk jaar stopte de christenvervolgingen

1. 54 n.C.
2. 58 n.C.
3. 313 n.C.
4. 395 n.C.

De Bijbel is het heilige boek van...

1. De Joden
2. De Christenen

De hoogste leider van de kerk is ...

1. De keizer
2. De priester
3. De paus

3.4 leerdoelen:

•  Je kunt met voorbeelden uitleggen wat het verschil is tussen monotheïstische en polytheïstische godsdiensten. 
  

• Je kunt uitleggen hoe het christendom ontstond en de belangrijkste kenmerken noemen van de christelijke geloofsleer.
  

• Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de late oudheid ontwikkelde.
  

Hoe kan je werken aan 3.4:

• Samenvatting  lesstof
  
• Opdrachten maken
  
• Flitskaarten oefenen 
  
• Test jezelf maken
  
• PowerPoint met uitleg doornemen
  
• Ontdekkingsplaat bekijken