Oefentoets K2 Lektion 1 t/m 3
1 / 22
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
laufen
üben
einverstanden sein
reiten
oefenen
paardrijden
lopen
het ermee eens zijn
Slide 2 - Question de remorquage
das Wasser
Slide 3 - Question ouverte
damals
Slide 4 - Question ouverte
der Grund
Slide 5 - Question ouverte
gleich
Slide 6 - Question ouverte
vrienden ontmoeten
Slide 7 - Question ouverte
wandelen
Slide 8 - Question ouverte
tv-kijken
Slide 9 - Question ouverte
een uitstapje maken
Slide 10 - Question ouverte
naar een feestje gaan
Slide 11 - Question ouverte
Wat doe je in je vrije tijd?
A
Was machst du in seiner Freizeit?
B
Was machst du in meiner Freizeit?
C
Was machst du in deiner Freizeit?
D
Was machst du in ihrer Freizeit?
Slide 12 - Quiz
Ja, maar dat lukt helaas niet.
A
Ja, aber das klappt leider nicht.
B
Ja, aber das klapt leider nicht.
C
Ja, aber dass klappt leider nicht.
D
Ja, aber dass klapt leider nicht.
Slide 13 - Quiz
Op zondag wil ik luieren.
A
Auf sonntag will ich faulenzen.
B
Auf Sonntag will ich faulenzen.
C
Am sonntag will ich faulenzen.
D
Am Sonntag will ich faulenzen.
Slide 14 - Quiz
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
Donnerstag
Sonntag
Dienstag
Samstag
Mittwoch
Freitag
Montag
Slide 15 - Question de remorquage
6 - 9 uur
9 - 12 uur
12 - 13 uur
13 - 18 uur
18 - 24 uur
0 - 6 uur
mittags
in der Nacht
morgens
am Abend
nachmittags
am Vormittag
Slide 16 - Question de remorquage
drie uur
Slide 17 - Question ouverte
kwart over zeven
Slide 18 - Question ouverte
half elf
Slide 19 - Question ouverte
kwart voor twee
Slide 20 - Question ouverte
tien over één
Slide 21 - Question ouverte
vijf voor negen
