Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
herhaling TC A1 thema 3
herhaling TC A1 thema 3
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
ISK
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
herhaling TC A1 thema 3
Slide 1 - Diapositive
Wat is dit?
Slide 2 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 3 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 4 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 5 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 12 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 13 - Question ouverte
Wat zijn dit?
Slide 14 - Question ouverte
Vul in:
Deze flat heeft 7 ...................................
Slide 15 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van 'wonen':
De vrouw .................in Rotterdam.
Slide 16 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van 'spreken' in:
Welke taal ....................jij?
Slide 17 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van 'leren' in:
De cursisten .................de Nederlandse taal.
Slide 18 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van 'maken' in:
Ik .................altijd mijn huiswerk in de avond.
Slide 19 - Question ouverte
Vul in:
De kleur van mijn broek is bl.............
Slide 20 - Question ouverte
Vul in:
De kleur van de plant is gr...................
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Question ouverte
Vul in:
In de flat is een trap, maar er is ook een......................
Slide 23 - Question ouverte
Vul in:
Ik woon in een flat. Ik ga met de lift. Ik druk op nummer 3. Ik woon op de ................verdieping.
Slide 24 - Question ouverte
Een stad is druk.
Een dorp is......................
Slide 25 - Question ouverte
Een jaar heeft 12 maanden.
Augustus is de ...................maand.
Slide 26 - Question ouverte
Vul in:
Een week heeft zeven dagen. Maandag is de ......................dag
Slide 27 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van 'schrijven' in:
Het kind ......................de zin in een schrift.
Slide 28 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van 'kiezen' in:
De jongen ......................een lekker ijsje met slagroom.
Slide 29 - Question ouverte
Maak een goede zin:
woont - zij - in een flat
Slide 30 - Question ouverte
Maak een goede zin:
de mensen - naar de supermarkt- gaan
Slide 31 - Question ouverte
Maak een goede zin: luisteren naar - het meisje - de vrienden
Slide 32 - Question ouverte
Maak een goede zin:
Slide 33 - Question ouverte
Maak een goede zin: en de vrouw - in het bos - wandelen - de man
Slide 34 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Thema 3 TC A1
Septembre 2023
- Leçon avec
36 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
3.6 A1 TC
Octobre 2023
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
3.6 A1 TC
Novembre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
A1 TC3.10 en 3.11
Mai 2022
- Leçon avec
28 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
Herhaling thema 3
il y a 29 jours
- Leçon avec
36 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
Taalcompleet thema 3 (A1)
Mai 2024
- Leçon avec
17 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Taalcompleet thema 3 (A1)
il y a 28 jours
- Leçon avec
17 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Taalcompleet thema 3 (A1)
Octobre 2024
- Leçon avec
28 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1