9.4

Schooljaar 2023 -2024
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Schooljaar 2023 -2024

Slide 1 - Diapositive

Aanwezigheidscontrole + Huiswerkcontrole

Slide 2 - Diapositive

Planning tweede periode

Slide 3 - Diapositive

Deze les:
- Terugblik 9.3
- Keuze uitleg leerdoelen 9.4
- Zelfstandig werken 9.4
Huiswerk vrijdag 10 november:
Maken + nakijken:  9.4 1 t/m 22
Leren: bron 2, 4 en 6 + begrippen

Slide 4 - Diapositive

 boek blz 173 - 183

Slide 5 - Diapositive

Welke letter geeft een zweetklier aan?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 6 - Quiz


Jan heeft een ontstoken wond die maar niet over gaat. Bij de dokter wordt vastgesteld dat hij een bacteriële infectie heeft. Hoe wordt Jan behandeld?
A
Virus-remmers
B
Antibiotica
C
Antimyotica
D
Moet vanzelf overgaan

Slide 7 - Quiz


Een baby krijgt via de moedermelk antistoffen. Dit is een voorbeeld van:
A
natuurlijke immunisatie, passief
B
kunstmatige immunisatie, actief
C
natuurlijke immunisatie, actief
D
kunstmatige immunisatie, passief

Slide 8 - Quiz

Na aanleiding van het verhaal over runderpest doet roel twee uitspraken. Kruis aan welke juist is en welke onjuist is.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Allebei de uitspraken zijn juist
D
Allebei de uitspraken zijn onjuist

Slide 9 - Quiz


In de afbeelding hiernaast is een gezond en aangetast kniegewricht te zien. Dit kniegewricht is aangetast door reuma, dit is een auto-immuun ziekte.

Leg in je eigen woorden uit wat dit betekend.
Gebruik de woorden: antigenen, lichaamseigen, antistoffen in je antwoord.

Slide 10 - Question ouverte

boek: blz 184 - 194
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

blz 185 boek

Slide 12 - Diapositive


Waarom is het belangrijk dat mensen die veel bloed hebben verloren een bloedtransfusie krijgen? Kies het beste antwoord.
A
Dan hebben ze niet genoeg bloed en dan ga je dood.
B
Dan kunnen er niet genoeg afvalstoffen worden afgevoerd en vergiftig je.
C
Dan komen er niet genoeg voedingsstoffen bij alle cellen en daardoor kunnen organen uitvallen.
D
Dan komt er niet genoeg bloed bij je hart en dan kan hij de boel niet meer rondpompen.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Een virus of bacterie heeft antigenen op zijn cel.

Je eigen lichaamscellen hebben ook antigenen op hun cel, je witte bloedcellen herkennen het als lichaamseigen en reageren er niet op.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive


Hiernaast zie je een bloedcel. Tot welke bloedgroep behoord hij?
A
A
B
B
C
AB
D
O

Slide 19 - Quiz


Waaraan kun je zien tot welke bloedgroep deze bloedcel hoort?
A
Aan antistof A
B
Aan antistof B
C
Aan antigen A
D
Aan antigen B

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Bloedgroep
Antigen
Antistof
A
B
AB
O
Sleep de bloedgroep, antigenen en antistoffen naar de juiste plek.
A
B
A & B
Geen anitgenen
Anti A
Anti B
Anti A & B
Geen antistoffen

Slide 27 - Question de remorquage

Slide 28 - Diapositive


Wat gebeurd er met het bloed van iemand die bloedgroep A heeft maar bloedgroep B krijgt.
A
niets
B
gaat klonteren

Slide 29 - Quiz


Wat maken de witte-bloedcellen als iemand met bloedgroep A in aanraking komt met bloedgroep AB?
A
Anti-B
B
Anti-A
C
Anit-A & Anti-B
D
Er worden geen antistoffen gemaakt.

Slide 30 - Quiz

Kun je dit invullen?

Slide 31 - Diapositive

blz 187

Slide 32 - Diapositive


Julia laat testen welke bloedgroep ze heeft. 
Ze nemen een druppel bloed en druppelen hier anti-A en anti-B in. Ze zien dat haar bloed klontert bij als er anti-B in komt, bij anti-A gebeurd er niets.
Welke bloedgroep heeft ze?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 33 - Quiz


Max laat zich ook testen.
Ze nemen een druppel bloed en druppelen hier anti-A en anti-B in. Ze zien dat haar bloed niet gaat klonteren (zie afbeelding) Welke bloedgroep heeft Max?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 34 - Quiz

blz 190 - 191

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Blz 193 boek

Slide 38 - Diapositive

Huiswerk vrijdag 10 nov
Huiswerk vrijdag 10 november:
Maken + nakijken:  9.4 1 t/m 22
Leren: bron 2, 4 en 6 + begrippen

Slide 39 - Diapositive