Les 1 | Democratie en monarchie

Democratie en monarchie
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Democratie en monarchie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
  • Begrijpen de basisprincipes van verschillende bestuursvormen.
  • Heb je kennis over de werking van democratie in Nederland.
  • Heb je inzicht in de rol van de monarchie in het Nederlandse bestuurssysteem.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestuursvormen
  • Wat is een bestuursvorm
  • Welke bestuursvormen zijn er

  • Democratie: macht ligt bij de volk.

  • Monarchie (absoluut/constitutioneel: Koning of koningin de staatshoofd.

  • Dictatuur: een persoon of een kleine groep heeft de macht. Vaak sprake van beperkte vrijheden en geen eerlijke verkiezingen.

Slide 3 - Diapositive

Bestuursvorm is eigenlijk op welke manier een land bestuurd word.

Bestuursvormen
- Democratie: macht ligt bij het volk. Zij beslissen.
- Monarchie: koning of koningin is het staatshoofd.
   - Absolute monarchie: De koning of koningin heeft de absolute macht. Saudi-Arabië. Brunei.
   -Constitutionele monarchie: Macht bij de koning of koningin is beperkt door de grondwet en het parlement. (eerste & tweede kamer)

Dictatuur: Een persoon of een kleine groep heeft de macht. Vaak sprake van beperkte vrijeheden en geen eerlijke verkiezingen.

Bij een constitutionele monarchie heeft de koning(in) alle macht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Directe democratie

  • Burgers hebben rechtstreeks invloed op de politiek.
  • Hun invloed gaat via een referendum. Bijvoorbeeld Brexit, Donorregister.
  • Uitkomst van referendum is bindend.

Slide 5 - Diapositive

Democratie
Een democratie is niet in elk land precies hetzelfde. Er zijn twee vormen: de directe en de indirecte democratie.

Directe democratie
Bij een directe democratie hebben de burgers rechtstreeks invloed op de politiek. De burgers beslissen zelf over de wetgeving van het land. Zwitserland is een voorbeeld van een directe democratie.
De manier waarop de burgers in een directe democratie invloed kunnen uitoefenen gaat via een referendum. Hierbij kunnen de inwoners een politieke keuze maken over bijvoorbeeld de Brexit of de donorregistratie. Bij een directe democratie is de uitkomst van de stemming bindend. Dat betekent dat de uitkomst opgevolgd moet worden.
Welke kenmerken horen bij een directe democratie?
A
In een directe democratie mogen alleen mannen meebeslissen.
B
In een directe democraties een referendum bindend.
C
In een directe democratie hoeft de uitslag van een referendum niet opgevolgd te worden.
D
Via een referendum kunnen burgers invloed op het bestuur uitoefenen.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Indirecte democratie
  • Volksvertegenwoordigers maken de politieke keuzes.
  • Burger kiest de volksvertegenwoordiger.
  • Volksvertegenwoordigers nemen beslissingen namens de burgers.

  • Nederland is een indirecte democratie
  • Vanaf je achttiende stemmen op volksvertegenwoordiger.

  • Nederlandse referendum
  • Niet bindend, alleen een advies.








Slide 7 - Diapositive

Indirecte democratie
In een indirecte democratie maken de volksvertegenwoordigers politieke keuzes. De burger kan bij de verkiezingen volksvertegenwoordigers kiezen. Deze volksvertegenwoordigers nemen beslissingen namens de kiezers. Zij vertegenwoordigen dus de burgers in de politiek.

In Nederland
Nederland is een indirecte democratie. Wij mogen vanaf ons achttiende jaar stemmen op een volksvertegenwoordiger die past bij onze politieke voorkeur. Deze vertegenwoordiger neemt namens ons politieke beslissingen. Jij hebt dus invloed op de politieke besluitvorming door te gaan stemmen op een volksvertegenwoordiger.

Referendum
In Nederland wordt ook af en toe een referendum gehouden over politieke beslissingen. Toch is er een belangrijk verschil tussen een referendum in Nederland en een referendum in een directe democratie. De Nederlandse referenda zijn niet bindend, maar alleen een advies. De Nederlandse regering mag dus de uitslag van het referendum negeren. Maar of dat zo slim is?


Welke van de volgende is niet waar?
A
In Nederland hebben referenda een bindend karakter, terwijl ze in directe democratieën dat niet hebben.
B
In een indirecte democratie nemen volksvertegenwoordigers politieke beslissingen.
C
Nederlandse burgers kunnen vanaf hun achttiende jaar stemmen op volksvertegenwoordigers.
D
Nederlandse referenda zijn niet bindend maar slechts adviezen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Democratie in Nederland
  • Nederlandse politiek is geregeld op drie niveaus. Landelijk, provincie en gemeente.
  • Elke vier jaar kun je stemmen voor nieuwe vertegenwoordigers.
  • Op alle niveaus zijn vertegenwoordigers die politieke beslissingen maken.

  • In de gemeente zitten de vertegenwoordigers in de gemeenteraad.
  • Op provinciaal niveau zitten de vertegenwoordigers in de Provinciale Staten.
  • Op landelijk niveau zitten ze in de Tweede Kamer

  • Door te stemmen heb je dus invloed.

Slide 9 - Diapositive

In Nederland is de politiek geregeld op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. Elke vier jaar kun je stemmen op landelijk niveau.

Maar ook in je gemeente en provincie worden om de vier jaar verkiezingen gehouden. Op alle niveaus zitten volksvertegenwoordigers die de politieke beslissingen maken.
In een gemeente zitten de volksvertegenwoordigers in de gemeenteraad. Zij maken politieke beslissingen voor de gemeente, bijvoorbeeld over de aanleg van een parkeerplaats.

Op provinciaal niveau zitten de volksvertegenwoordigers in de Provinciale Staten. Zij maken beslissingen over bijvoorbeeld de bouw van bruggen.

De bekendste volksvertegenwoordigers zijn de leden van de Tweede Kamer. Zij maken beslissingen voor het hele land. Door te stemmen op de leden van de Tweede Kamer, Provinciale Staten en gemeenteraad heb jij invloed op de politiek.
Nederlandse politiek is georganiseerd op drie niveaus: landelijk, provinciaal en gemeentelijk. Welke van de volgende uitspraken is NIET waar?
A
Het landelijke niveau omvat de regering en het parlement van Nederland.
B
Provincies hebben hun eigen regeringen en parlementen, en ze nemen beslissingen op provinciaal niveau.
C
Gemeenten hebben geen eigen bestuurders of bevoegdheden; ze vallen volledig onder het provinciaal bestuur.
D
Gemeenten hebben hun eigen gekozen gemeenteraden en kunnen lokale beslissingen nemen.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Monarchie
  • Een monarchie is een staatsvorm waarbij een land bestuurd wordt door een koning. 
  • Eerste koning was koning Willem I. Had veel macht maakte zelf zijn beslissingen.
  • Liet een grondwet maken met belangrijkste wetten.
  • Omdat Nederland een grondwet heeft en een koning is het een constitutionele monarchie.

  • Nu hebben we koning Willem-Alexander.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check Check
  • Je begrijpt de basisprincipes van verschillende bestuursvormen
  • Je hebt kennis over democratie
  • Je hebt inzicht over de monarchie in Nederland

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Deelopdracht 1
Staat in teams.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions