H2 spelling werkwoorden verleden tijd van zwakke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Op je tafel: 

* leesboek
* Nederlands boek + schrift 

1. 10 minuten lezen
2. Huiswerk controleren en kort bespreken 
3. Start H2 werkwoordspelling (pvvt zwakke ww) 
4. 11:20: Nieuwsbericht in de klas door Ruben en Robin
5. Afsluiting

Deze les

Tien minuten lezen

Leg je huiswerk klaar op tafel
--> H2 spelling opdracht 1 t/m 6 

Je kunt zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen. 

Je weet het verschil tussen het spellen van sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden. 

Leerdoelen deze les:

Waarom is dit handig?

Welke woorden kun je opzoeken in een (online) woordenboek? 
Waarom? 


www.woordenlijst.org (taalunie) 

Terugblik

Als je vergeten bent hoe je een woord schrijft. Voor moeilijke woorden (onverbiddelijk). Voor woorden uit andere talen. Of je woorden met een hoofdletter schrijft ja of nee. Werkwoordsvormen. Trappen van vergelijking. Meervoudsvormen. Verkleinwoorden. 

Je kunt een (online) woordenboek gebruiken voor:

moeilijke woorden, woorden uit andere talen, of je woorden met een hoofdletter schrijft of niet, werkwoordsvormen, meervoudsvormen, trappen van vergelijking, verkleinwoorden, bijvoeglijke naamwoorden.

Terugblik

Pak opdracht 1 t/m 6 erbij van H2 spelling (spelling in het woordenboek) 

Huiswerkcontrole + kort bespreekn

T/m opdracht 2 bespreken: daar gaat het al over de verleden tijd, bruggetje maken naar de verleden tijd van zwakke ww (h2 spelling werkwoorden) 

Denken
A. Sterk ww
B. Zwak ww 

Sterk of zwak? 

T/m opdracht 2 bespreken: daar gaat het al over de verleden tijd, bruggetje maken naar de verleden tijd van zwakke ww (h2 spelling werkwoorden) 

Tennissen
A. Sterk ww
B. Zwak ww 

Sterk of zwak? 

T/m opdracht 2 bespreken: daar gaat het al over de verleden tijd, bruggetje maken naar de verleden tijd van zwakke ww (h2 spelling werkwoorden) 

Sterk werkwoord = ...

Zwak werkwoord = ...

Dus...

T/m opdracht 2 bespreken: daar gaat het al over de verleden tijd, bruggetje maken naar de verleden tijd van zwakke ww (h2 spelling werkwoorden) 

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden

Voorbeelden

hele ww= Fietsen

Stam      = Fiets

-> Fietste(n

hele ww= Geloven

stam      = Gelov

-> Geloofde(n)

Persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden

- Het werkwoord verandert van klank in de verleden tijd.

- Je schrijft wat je hoort.

Voorbeelden sterke werkwoorden:

Vliegen - Vlogen

Lopen - Liepen

Roepen - riepen

Alle tijden in een stroomschema:

• WAT: H2 spelling werkwoorden (blz.68) opdracht 1+2
• HOE: Eerste 5 minuten in stilte, in je schrift. 
• HULP: Theorie erbij pakken, na 5 minuten klasgenoot vragen. Daarna vinger opsteken. 
  
• KLAAR: Nakijken (Teams). Daarna lezen in je leesboek. 

Aan de slag

Nieuws in de klas

• Huiswerk voor woensdag: H2 spelling (spelling in het woordenboek) nagekeken (Teams) en H2 spelling werkwoorden opdracht 1+2. 
  
  
• Vooruitblik woensdag: H2 werkwoordspelling 
  
  Let op! Je leesboek moet volgende week maandag uit zijn. 
  
  

Afsluiting