grammatica zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat weet jij allemaal nog?

grammatica zinsontleding

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

1. waar
2. niet waar

De coach legde de selectiespelers gisteren de nieuwe tactiek uit.
De coach =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

De coach legde de selectiespelers gisteren de nieuwe tactiek uit.
De nieuwe tactiek=

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

De coach legde de selectiespelers gisteren de nieuwe tactiek uit.
De selectiespelers =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Jan heeft een rode roos aan Lies gegeven voor haar verjaardag.
rode roos =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Jan heeft een rode roos aan Lies gegeven voor haar verjaardag.
voor haar verjaardag =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Alle werkwoorden in de zin noem je samen:

1. het onderwerp
2. het naamwoordelijk gezegde
3. het werkwoordelijk gezegde
4. het werkend voorwerp

Met welke vraag kun je het lijdend voorwerp vinden in de zin?

1. wie/wat + WG + O
2. wie/wat + WG
3. wie/wat + WG + O + MW
4. wie/wat + WG + PV

Met welke vraag vind je het meewerkend voorwerp in deze zin: 'De ober overhandigde de directeur de rekening'?

1. voor wie overhandigde de rekening de directeur?
2. aan wie overhandigde de directeur de rekening?
3. waaraan overhandigde de ober de directeur?
4. aan wie overhandigde de rekening de directeur?

4. Het WG bestaat uit:

1. PV
2. PV en alle andere werkwoorden
3. PV en betekenisvolle werkwoorden
4. PV en splitsbare werkwoorden

Welk woord in de zin is de persoonsvorm?
Ik fiets op mijn fiets naar school

1. fiets(1e woordje)
2. fiets (2e woordje)
3. Ik
4. school

Wie heeft mijn scooter gerepareerd?

mijn scooter =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. werkwoordelijk gezegde

Zoek bwb uit deze zin:
In al die jaren heeft de auto hetzelfde uiterlijk gehad.

1. in al die jaren-bwb
2. hetzelfde uiterlijk
3. geen bwb
4. geen

Zoek bwb uit deze zin:
In al die jaren heeft de auto hetzelfde uiterlijk gehad.

1. in al die jaren-bwb
2. hetzelfde uiterlijk
3. geen bwb
4. geen

Je wenst tijdens het kerstmenu iedereen
smakelijk eten.

Tijdens het kerstmenu=

1. ow
2. lv
3. mw
4. bwb