V3G

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Programm

Rückblick

Aufgaben Check

Sprechen

Wortschatz/Lernliste

Aufgaben/Hausaufgaben

Rückblick

Was machten wir letztes Mal?

Kontrolle

Aufgabe 10

Aufgabe 11

Habt ihr schon alle Aufgaben gemacht?

Aufgabe 10 A

1 wirst 

2 werden

3 wird

4 werde

5 werdet

6 wird

7 werdet

8 werden

9 werden

10 werden

Aufgabe 10 B

1 Word jij 15 of 16?

2 Wij zullen de politie bellen

3 Verona wordt later beroemd

4 Ik zal nog een cola bestellen

5 Jullie worden vanmiddag gebeld

6 Frau Künzel wordt onze docent Duits

7 Zullen jullie niet te laat thuis komen?

8 Wij zullen morgen om 5 uur op het station zijn

Aufgabe 10 B

9 Na deze lange reis zult u wel dorst hebben

10 Fiona en Lars zullen morgen samen naar de Disco gaan

Als je kijkt naar zullen valt je iets op. 

• Dit werkwoord komt nooit alleen voor in een zin, altijd in combinatie met een heel werkwoord
  

Aufgabe 11

1 Sie werden

2 Lukas wird

3 wirst du

4 ich werde

5 man wird

6 ich werde

7 Martin und ich werden

8 wir werden

9 du wirst

10 ihr werdet

Sprachfertigkeit

Blijf de opdracht volgen

Praat Duits (!)

Denk aan het volume

Sprechen auf Seite 25

Aufgabe 12 

Aufgabe 13 

• Ihr habt diese Aufgabe schon vorbereitet
  
• Ihr habt 5 Minuten für das Rollenspiel
  
• Jeder Person spielt einmal Rolle A und Rolle B
  

Lernliste 0 ab Seite 9

Nächste Woche Formative Test

Habt ihr letzte Jahr schon gelernt

Aufgabe Wortschatz

• Arbeite in Gruppen
  
• A wählt ein Wort oder einen Satz aus der Lernliste 0
  
• A versucht das Wort/den Satz zu beschreiben
  
• A darf das Wort/den Satz nicht zu sagen
  
• B (und C) raten welches Wort/welchen Satz gemeint ist
  
• Wort geraten? B (oder C) ist jetzt dran
  

Rückblick

Aufgabe beschreiben

Wie ist es gegangen?

War es schwierig? Was war schwierig?

Wörter lernen

Wie geht das am besten?

Quizlet!

Aufgaben/Hausaufgaben

Aufgabe 15 auf Seite 27

Aufgabe 16 auf Seite 27

• Hilfsmittel-> Redemittel S. 26 + Lernliste S. 69 
  

Aufgabe 18 auf Seite 28

Aufgabe 19 auf Seite 29

Lernliste 0 lernen (Quizletlink in Magister) 

Programm

Weißt-du-noch Test checken

Verben

• reden und werden
  

Aufgaben

Evaluation

Check

Weißt-du-noch-Test

ab Seite 11

Aufgabe 4

Wie

Wer

wann

wo

warum

welche

was

woher

wieviel

wohin

ANTWORTEN

Leerdoelen

• Ik kan de werkwoorden werden en reden correct gebruiken
• Ik herhaal de zwakke werkwoorden en de bijzonderheden

Verben

Reden und Werden

Als de stam van een werkwoord eindigt op een -t komt er een e voor de vaste uitgang bij du, er, sie, es en man.

ich                        arbeit e

du                         arbeit est

er/sie/es/man arbeit et

wir                        arbeit en  

ihr                         arbeit et    

sie/Sie                arbeit en    

Ook als de stam van een werkwoord eindigt op een -d komt er een e voor de vaste uitgang bij du, er, sie, es en man.

ich                    red   e  

du                     red   est

er/sie/es/man red   et

wir                   red   en

ihr                    red   et

sie/Sie              red   en

Werden

1 werkwoord

2 betekenissen

Worden - zullen

Werden

Leerdoelen:

- Ik kan het werkwoord vertalen naar het Nederlands

- Ik kan het werkwoord toepassen in een Duitse zin

Bedeutung vom Verb 'werden' 

• Es wird kalt.
  
• Ich werde morgen in Urlaub fahren.
  
• Er wird Lehrer.
  
• Das Wetter wird morgen besser.
  
• Wir werden am Montag in die Stadt gehen.
  

 Aufgaben 

Aufgabe 6 ab Seite 22

Aufgabe 7

Aufgabe 8

Aufgabe 9

Aufgabe 10

Aufgabe 11

Check

Aufgaben ab Seite 24

Aufgabe 10

Aufgabe 11

Aufgabe 12 -> vorbereiten

Aufgabe 13 -> vorbereiten

Aufgabe 15

Aufgabe 16

Aufgabe 17

Feedback

Als nieuwe docent op het Cals is het voor mij heel belangrijk om mijn lessen af te stemmen op jullie.

Ik wil graag feedback op mij als docent en op mijn manier van werken.

Log in met je eigen naam of met de naam Anoniem

Wat is naar jouw mening een goede docent?

Welke goede docenteigenschappen passen bij mij?

Als je mij drie tips zou moeten geven wat zijn deze dan? (Wat ik moet verbeteren)

Als je mij drie tops zou willen geven wat zijn deze dan? (Wat fijn/goed is)

Beschreibe kurz was du heute gelernt oder wiederholt hast.

Beschreibe kurz was du heute gelernt oder wiederholt hast.

Hausaufgaben auf Magister

Aufgabe 10

Aufgabe 11

Aufgabe 12 -> vorbereiten

Aufgabe 13 -> vorbereiten

Voor volgende les

Programm

Weißt-du-noch Test checken

Verben

• reden und werden
  

Aufgaben

Evaluation

Check

Aufgabe 10

Aufgabe 11

Aufgabe 12+13

Sprechen

Leerdoelen

• Ik kan de werkwoorden werden en reden correct gebruiken
• Ik herhaal de zwakke werkwoorden en de bijzonderheden