De lente

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk jij aan
bij de lente?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de lente?
De lente is één van de 4 seizoenen. De lente wordt ook wel het voorjaar genoemd. 
Welke seizoenen zijn er nog meer?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Winter
Herfst
Lente
Zomer

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer begint de lente?
A
21 maart
B
21 juni
C
21 september
D
21 december

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Het broedseizoen
Het broedseizoen
In de lente gaan de vogels ook weer een nestje bouwen om hun eitjes uit te broeden.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

sleep de vogel naar het juiste nest

Slide 9 - Question de remorquage

Sleepvraag
Vertel: Zojuist zagen jullie een paar vogels. Allen hadden zij verschillende nesten. Welke vogels waren dit ook alweer?
Antwoord: (v.l.n.r. slechtvalk, reiger, fuut, ooievaar)
Vraag: Welke vogel hoort bij welk nest?
Doe: Sleep (klassikaal of individueel) de vogels naar hun juiste nest.
Op welke manieren kun je een ei warm houden?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de lente gaan ook de bloemen weer bloeien

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bouw van bloemen


De meeste bloemen hebben ongeveer dezelfde bouw. Bloemen kunnen er wel verschillend uitzien. 




Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van de bloem?
A
Stevigheid
B
Vastzitten in de grond, voedsel opnemen
C
Lokken van insecten, nageslacht maken
D
Fotosynthese

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Organen van de plant:
  1. Wortel
  2. Stengel
  3. Blad 
  4. Bloem

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De doorsnede van een bloem

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloemen

Kroonbladeren

Kelkbladen

Meeldraad

Stamper

Bloemsteel

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Flora: Bloemen
Bloemen hebben stampers en meeldraden.
Meeldraden maken stuifmeel.
Als het stuifmeel van de ene plant in de stamper van de andere plant komt, wordt hij bevrucht. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Bestuiving

  • Zelfbestuiving: Stuifmeel komt op stamper van bloem van dezelfde plant
  • Kruisbestuiving: Stuifmeel komt op stamper van bloem van andere plant 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het mannelijke gedeelte van de bloem
A
Stempel
B
Stamper
C
Meeldraad
D
Helmhokje

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat/wie kunnen bloemen bestuiven?
Sleep deze afbeeldingen naar de bloemen toe.
wespen
wind
slakken
vlinders
vogels
water

Slide 20 - Question de remorquage

Sleepvraag
Vraag: Welke insecten kunnen bloemen bestuiven?
Doe: Sleep de insecten die bloemen kunnen bestuiven naar de bloemen toe.
Antwoord: Er zijn vier verschillende bestuivingswijzen.
Bestuiving door insecten
  • bijen en hommels, komt het meeste voor
  • kevers
  • wantsen, mogelijk bij Welwitschia
  • dagvlinders
  • nachtvlinders
  • zweefvliegen
bestuiving door andere dieren 
  • vogels, waaronder kolibries 
  • vleermuizen 
  • slakken 
bestuiving door de wind 
(zeer algemeen bij grassen) en vele boomsoorten.

bestuiving door water doordat het stuifmeel drijft en/of de stempel drijft.
Welke bloem zie je hier?
A
Paardenbloem
B
Madeliefje
C
Zonnebloem
D
Boterbloem

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bloem zie je hier?
A
Boterbloem
B
Zonnebloem
C
Paardenbloem
D
Madeliefje

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1
2
3
4
5
6

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben we geleerd?

Slide 24 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

sleep de vogel naar het juiste nest

Slide 25 - Question de remorquage

Sleepvraag
Vertel: Zojuist zagen jullie een paar vogels. Allen hadden zij verschillende nesten. Welke vogels waren dit ook alweer?
Antwoord: (v.l.n.r. slechtvalk, reiger, fuut, ooievaar)
Vraag: Welke vogel hoort bij welk nest?
Doe: Sleep (klassikaal of individueel) de vogels naar hun juiste nest.

op welke manieren kun je
een ei warm houden?

Slide 26 - Question ouverte

Openvraag
Vertel: In de video zagen we verschillende manieren hoe vogels hun eieren proberen warm te houden.
Vraag: Wie kan mij één of meerdere manieren vertellen hoe zij dat deden?
Antwoord:
- Door erop te zitten. (uil) 
- Een nestje bouwen met zachte, warme materialen. (koolmees)
- Vaker het nest aan te vullen met nieuwe takjes (ooievaar).
- De eieren  zo nu en dan heel voorzichtig om draaien, zodat alle kanten warm blijven. (slechtvalk)