Carnaval 2024

Carnavals quiz
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
MuziekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Carnavals quiz

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Hoe noemen ze carnaval in Limburg?
A
Carnaval
B
Kernevel
C
Vastelaovend
D
Vastenavond

Slide 3 - Quiz

Waar wordt carnaval in Nederland het meest gevierd?
A
Overal in Nederland.
B
In Eindhoven
C
In het zuiden van Nederland.
D
In Den Bosch

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de drie kleuren van carnaval op volgorde?
A
geel, groen en rood
B
rood, geel en groen
C
rood, groen en geel
D
groen, geel en rood

Slide 5 - Quiz

Wanneer werd carnaval voor het eerst gevierd?
A
Gouden eeuw
B
Middeleeuwen
C
prehistorie
D
1950

Slide 6 - Quiz

Hoe lang duurt de vastentijd?
A
10 dagen
B
30 dagen
C
4 dag
D
40 dagen

Slide 7 - Quiz

Fabrizio
Big Benny
Beppie Kraft

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Vidéo

'Daan kom iech mer oan'
Dit betekent:
A
Dan kom ik aan
B
Dan ben ik maar dik
C
Dan wordt ik maar dikker
D
Dan kom ik er aan

Slide 10 - Quiz

Op welke dag is carnaval afgelopen?
A
zondag
B
dinsdag
C
maandag
D
woensdag

Slide 11 - Quiz

Joost drinkt 12 halve liters bier
Hoeveel deciliter bier heeft Joost dan gehad?
A
120
B
600
C
6
D
60

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Wat zingen ze in het refrein?
'Sie hatte...
A
ze heeft geen schoenen meer aan
B
ze heeft nu schoenen aan
C
ze heeft geen schoenen
D
ze heeft alleen nog maar schoenen aan

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Wanneer wordt het startsein gegeven voor de nieuwe Carnavalsperiode?

Slide 16 - Question ouverte

Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 17 - Quiz

Wie is de baas tijdens carnaval?
A
raad van elf
B
alle kinderen
C
Prins Carnaval
D
Prinses Carnaval

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je de woensdag na carnaval
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag

Slide 19 - Quiz

Hoeveel dagen vóór Pasen begint het carnaval?
A
45 dagen
B
40 dagen
C
46 dagen
D
60 dagen

Slide 20 - Quiz

Met welk feest wordt de vastenperiode afgesloten?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Pinksteren
D
Kerst

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Wat betekenen de eerste twee zinnen van het lied in het Nederlands?
'es vasteloavend...hubs aafgeteld'

Slide 23 - Question ouverte

Wat zijn carnavalkrakers?
A
Dan wordt er gekraakt bij carnaval.
B
Liedjes die je heel veel hoort tijdens carnaval.
C
Dan hoor je je botten kraken als je danst.
D
Rood-geel-groene borrelnootjes

Slide 24 - Quiz

Zelf vier ik Carnaval...
A
NOOIT, ik vind er niks aan
B
NOOIT, ik mag niet van thuis
C
ALTIJD, ik wil elk feest meemaken
D
SOMS, alleen als er een leuk feest is

Slide 25 - Quiz