Woche 6 - V6 vrijdag

Vorbereitung Centraalexamen
Woche 6
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vorbereitung Centraalexamen
Woche 6

Slide 1 - Diapositive

Vorbereitung Centraalexamen
Was machen wir heute?
1. Aktuelles aus Deutschland
2. Herhaling signaalwoorden
3. Signaalwoorden: Overzicht categorieën
4. Nu zijn jullie aan de beurt 🤓
5. Check der Stunde
6. Hausaufgaben


Slide 2 - Diapositive

Lernziele

Am Ende der Stunde weiß ich ...
... warum es wichtig ist, Signalwörter zu lernen.

Slide 3 - Diapositive

Was weißt du noch von letzter Woche?

Slide 5 - Diapositive

natuurlijk
tenslotte
zelfs niet
zeker, beslist
conclusie
zelfs
dus
ongetwijfeld
schließlich
folglich
das Fazit
zweifellos
selbstverständlich
allerdings
sogar
nicht einmal

Slide 6 - Question de remorquage

Signaalwoorden: Overzicht categorieën
1. Benadrukking (Hervorhebung)
2. Bevestiging (Bestätigung)
3. Conclusie/Samenvatting (Schlussfolgerung/Zusammenfassung)
4. Middel - Doel (Mittel - Zweck)
5. Mogelijkheid/Waarschijnlijkheid (Möglichkeit/Wahrscheinlichkeit)
6. Oorzaak - Gevolg (Ursache - Wirkung)
7. Opsomming (Aufzählung)
8. Reden/Verklaring/Toelichting (Grund/Erklärung)

➡ Geeft een nuance of beperking aan
🔹 Voorbeelden: zwar, allerdings, immerhin, jedoch
🔹 Voorbeeldzin: Der Film war zwar spannend, aber sehr lang.
10. Tegenstelling (Gegensatz)
➡ Geeft een tegenstelling of contrast aan
🔹 Voorbeelden: aber, jedoch, hingegen, dennoch, trotzdem
🔹 Voorbeeldzin: Er ist müde, dennoch geht er joggen.
11. Vergelijking (Vergleich)
➡ Vergelijkt twee zaken met elkaar
🔹 Voorbeelden: wie, als, genauso wie, ähnlich
🔹 Voorbeeldzin: Sie ist genauso sportlich wie ihre Schwester.
12. Voorwaarde (Bedingung)
➡ Geeft aan dat iets gebeurt als een bepaalde voorwaarde vervuld is
🔹 Voorbeelden: wenn, falls, sofern, unter der Bedingung, dass
🔹 Voorbeeldzin: Falls es regnet, bleiben wir zu Hause.



Slide 7 - Diapositive

Signaalwoorden: Overzicht categorieën
9. Relativering/Beperking (Relativierung/Einschränkung)
10. Tegenstelling (Gegensatz)
11. Vergelijking (Vergleich)
12. Voorwaarde (Bedingung)


Waarom categorieën?




Slide 8 - Diapositive

Nu zijn jullie aan de beurt 🤓
Maak voor je medeleerling spetterende opdrachten! 
Werk in groepjes van 2.
Kies 1 of 2 categorieën (we verdelen de categorieën over de klas).
Kies een vorm voor een opdracht die je leuk vind (volgende dia).
Kies dan per opdracht een aantal signaalwoorden.
Maak er 2 tot 3 opdrachten van.

Lever de opdrachten bij mij in (via teamskanaal). Ik maak dan een leuk boekje van, dat ik voor jullie ga kopieren. Dan kun je oefenen, oefenen, oefenen, ...



Slide 9 - Diapositive

Nu zijn jullie aan de beurt 🤓
- gatentekst (zoek een tekst en verwijder alle signaalwoorden en zet ze onder aan de tekst - door elkaar natuurlijk)
- matchoefening (maak twee koloms - kolom 1: ABC .../kolom 2: 123 ...)
- gebruik AI
- heb jij een andere idee?

Antwoorden ook erbij - ik zet ze dan op een aparte pagina.

Slide 10 - Diapositive

Wie doet wat ?
lijst in worddocument

Slide 11 - Diapositive

Check: Waarom is de kennis over categorieën bij signaalwoorden zo belangrijk? Schrijf op!

Slide 12 - Question ouverte

Lernziele
Aan het eind van de les …
… weet ik welke taak een signaalwoord kan hebben (deze les: benadrukking, bevestiging, conclusie)
… kan ik aan de hand van zinnen signaalwoorden herkennen en de signaalwoorden categoriseren.

Slide 13 - Diapositive

Leesstrategieën

Soorten vragen

(Overzicht in studiewijzer)


Slide 14 - Diapositive

Wat zijn signaalwoorden?

Slide 15 - Diapositive

Lees de zin
Es ist wichtig, regelmäßig Sport zu treiben. Schließlich geht es um die körperliche Fitness und mentale Gesundheit.



Slide 16 - Diapositive

Lees de zin
Es ist wichtig, regelmäßig Sport zu treiben. Schließlich geht es um die körperliche Fitness und mentale Gesundheit.

Schließlich is een signaalwoord en …
a. … benadrukt datgene wat volgt
b. … bevestigt datgene wat volgt
c. … leidt de conclusie in van datgene wat volgt

Slide 17 - Diapositive

Lees de zin
Es ist wichtig, regelmäßig Sport zu treiben. Schließlich geht es um die körperliche Fitness und mentale Gesundheit.

Schließlich is een signaalwoord en …
a. … benadrukt datgene wat volgt
b. … bevestigt datgene wat volgt
c. … leidt de conclusie in van datgene wat volgt

Slide 18 - Diapositive

Signaalwoordcategorieën
1. Benadrukking (Hervorhebung)
➡ Geeft extra nadruk aan een deel van de zin
🔹 Voorbeelden: besonders, vor allem, insbesondere, nicht zuletzt
🔹 Voorbeeldzin: Vor allem die Jugendlichen interessieren sich für soziale Medien.

Slide 19 - Diapositive

Signaalwoordcategorieën
2. Bevestiging (Bestätigung)
➡ Geeft aan dat iets klopt of wordt ondersteund
🔹 Voorbeelden: tatsächlich, in der Tat, wirklich
🔹 Voorbeeldzin: Es ist kalt draußen, tatsächlich schneit es sogar.


Slide 20 - Diapositive

Signaalwoordcategorieën
3. Conclusie/Samenvatting (Schlussfolgerung/Zusammenfassung)
➡ Vat de informatie samen of trekt een conclusie
🔹 Voorbeelden: also, folglich, schließlich, zusammenfassend
🔹 Voorbeeldzin: Sie hat viel für die Prüfung gelernt, folglich hat sie eine gute Note bekommen

Slide 21 - Diapositive

Maak opdracht 1 (in duo's)
We gaan deze opdracht klassikaal bespreken.

Maak vervolgens opdracht 2 (individueel)
Antwoorden kun je bij mij inzien.

Slide 22 - Diapositive

Exit Ticket


Vul individueel het exit ticket van deze les in.

Slide 23 - Diapositive

Hausaufgaben
Lerne die Listen (siehe Kopien):
- veelvoorkomende woorden (2 pagina's)
- Signaalwoorden (benadrukking t/m mogelijkheid/ waarschijnlijkheid)

Bekijk ook link van Mevrouw Duits in studiewijzer!


Slide 24 - Diapositive