6.2 Grammar & Express Yourself

Vak: Engels
Hoofdstuk 6.2
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Vak: Engels
Hoofdstuk 6.2
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening / Lesson opening 
Take your English book and open it on page 108

Homework check: 
6.2 exercise 14, 15, 16, 20 and 21. 


Slide 2 - Diapositive

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- ken je de grammatica van who / which
- kun je de past simple toepassen 
- weet je hoe je het will + werkwoord toepast. 

Leergebied overstijgende doelen:
Plannen en organiseren
- Je schrijft zelfstandig huiswerk en leerwerk op in jouw agenda. 
- Je plant leermomenten in voor een toets in jouw agenda. 

 



Slide 3 - Diapositive

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept -> 8 of hoger: Niemand

Er is geen mini-check vandaag.

Slide 4 - Diapositive

who or which?

This is the bank ____ was robbed.

A
who
B
which

Slide 5 - Quiz

who or which

Is he the man ... found your wallet?
A
who
B
which

Slide 6 - Quiz

who of which:

The book ..... is on the table belongs to me.
A
who
B
which

Slide 7 - Quiz

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ ed of irregular verb
B
shit = hele ww + s
C
vorm van to be + hele ww + ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 8 - Quiz

Noteer de juiste vorm van de past simple:

I ... (forget) to give it back.

Slide 9 - Question ouverte

Wanneer gebruik je will + werkwoord?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd
C
Toekomst

Slide 10 - Quiz

Instructie
Iedereen doet mee met de instructie.

Slide 11 - Diapositive

Who? Which? That?

Slide 12 - Diapositive

Who: personen

Do you know someone who has time to do some work for me? 

The girl who stole my phone is in jail.

Which: dingen

There's a film on this evening which you'll like. 

She missed the meeting which the drama teacher held last week. 

Slide 13 - Diapositive

It was Madison ... was so nice to me
A
who
B
which

Slide 14 - Quiz

She sent me a reply ... simply said: 'OK'.
A
who
B
which

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Past Simple
Wat?
Past simple
Wanneer?
Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd.
Hoe?
Werkwoord + ed OF een onregelmatig werkwoord
Signaal woorden
Yesterday, last week, last month, two days ago, four days ago, months ago, a second ago, etc.
Voorbeelden
He walked her home last night.
I talked to him on the phone yesterday.
She tried to close her book but a fly got caught in between the pages.

Slide 17 - Diapositive

Noteer de juiste vorm van de past simple

Yesterday I ... (walk)

Slide 18 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de past simple

Last week I ... (miss) the train.

Slide 19 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de past simple

He ... (forget) to do his homework.

Slide 20 - Question ouverte

Will + hele werkwoord

Slide 21 - Diapositive

Gebruik de juiste vorm van will + hele werkwoord

(+) I ... (start) tomorrow

Slide 22 - Question ouverte

Gebruik de juiste vorm van will + hele werkwoord

(-) We ... (play) next week.

Slide 23 - Question ouverte

6. Zelfstandig werken
Make 6.2 exercise 17, 18, 19 on page 108 to 110 and 22, 23, 24 on page 112 to 114
 


Are you ready? 
Check your answers.
Go learn the vocabulary of 6.2 on Quizlet or make a
word searcher. You can also learn the Phrases Writing or irregular verbs.

timer
1:00

Slide 24 - Diapositive

7. Evaluatie/Evaluation 
How was this lesson?
Do you have any questions about this lesson?

Evaluatie leerdoelen: 
- ken je de grammatica van who / which?
- kun je de past simple toepassen?
- weet je hoe je het will + werkwoord toepast?

Slide 25 - Diapositive

Homework
Thursday June 30th
6.2 exercise 17, 18, 19, 22, 23 and 24. 

Slide 26 - Diapositive